artikel spoorpark van Noppen

Het Spoorpark is gebouwd op de schouders van een mislukt burgerinitiatief
Gastauteur maandag 20 februari 2023 27 min read

Het Van Gend en Loos-terrein in juni 2014. Foto: John Geerts

Volgens het bestuur van het Spoorpark startte de ontwikkeling van het park met hun aantreden in 2015. Echter, ruim drie jaar ervoor ging een groepje mannen al enthousiast aan de slag met de ontwikkeling van een park voor hetzelfde terrein: het Hart van Brabant-park. Zonder hun gedrevenheid en voorwerk was het Spoorpark er zo goed als zeker nooit gekomen. Een reconstructie van een burgerinitiatief waaraan met veel plezier en ambitie werd begonnen, maar dat eindigde in een wolk van frustraties.

Door Peter van Noppen

In de zomer van 2012 raakt Lucien Kuijsters, programmamanager Spoorzone bij de gemeente Tilburg, aan de praat met Wiet van Meel op een netwerkborrel in Brussel van adviesbureau ERAC uit Den Bosch. Van Meel is in Brabantse bestuurlijke kringen een bekende adviseur op het gebied van economische, maatschappelijke en ruimtelijke projecten. De twee kennen elkaar niet, maar al snel raken ze in gesprek over het Van Gend en Loos-terrein in het centrum van Tilburg, waarvoor een goede bestemming moet worden gevonden. In dat gesprek noemt Kuijsters het al langer binnen de gemeente rondzingende idee om er een park van te maken. Een idee dat Van Meel meteen aanspreekt. De programmamanager is op zijn beurt erg gecharmeerd van het enthousiasme waarmee Van Meel zijn ‘verduurzamingsmodel’ uitlegt, een methode om verduurzamend ruimtelijke, maatschappelijke en economische ontwikkelingen van onderop tot stand te brengen.


Mei 2013, het Van Gend en Loos-terrein met alle spoorrails foto: John Geerts
Dat idee van een park op die plek, zegt Kuijsters, kwam niet uit de lucht vallen. “Midpoint had een paar jaar daarvoor een regionale visie ontwikkeld op ‘leisure’, de leisureboulevard. Daarin werd het VGL-terrein met stip aangewezen voor een leisureinvulling. Verder was een paar jaar eerder een motie van Marieke Moorman door de raad aangenomen waarin stond dat er 3,5 hectare groen in de Spoorzone moest komen, waarvan minimaal 1 hectare op het VGL-terrein. En in 2010 was in de Nota Groen al voorgesteld om daar een stadspark te maken, onder de naam ‘Arrangement op het VGL-terrein’. De bestemming moest dus ‘leisure zijn met een duidelijke groencomponent’. Dat was bestuurlijk verankerd.” Ook persoonlijk zag Kuijsters graag een park op die plek gerealiseerd. “Tilburg is gewoon een erg stenige stad. Al decennialang werd er gepleit voor meer groen in de binnenstad, maar er kwam nooit iets van terecht, op wat kleine dingetjes na. Het VGL-terrein was de enige locatie om een substantiële groene invulling te realiseren. De bestuurlijke basis was er en bovendien paste het financieel ook, omdat de boekwaarde van het terrein erg laag was: er hoefde daardoor niet per se flink gebouwd te worden om het terrein rendabel te maken.”

Verduurzamingsmodel
Begin 2013, een half jaar na hun ontmoeting in Brussel, nodigt Lucien Kuijsters Wiet van Meel uit voor een brainstormbijeenkomst voor de invulling van het VGL-terrein. Plaats


Van Gend en Loos-terrein in 2010
van handeling is het Deprez-gebouw in de Spoorzone. Naast een verzameling ingenieursbureaus, herinnert Wiet van Meel zich, liep er ‘wat loslopend spul’ rond, zoals hijzelf. Ook mensen die hij kende, zoals fysiotherapeut en voorzitter van volleybalvereniging Beach Tilburg Bart Spijkers en Dion Heerkens, een ‘groene jongen’ met een schat aan ervaring in de biologische landbouw. Bart Spijkers dropte tijdens die brainstorm het idee voor ‘een bak zand’ voor de beachvolleybalclub, die moesten en wilden verhuizen van het terrein van Were Di Tilburg. Wiet van Meel: “Na die bijeenkomst heb ik Heerkens en Spijkers bij elkaar gehaald en tegen hen gezegd dat ik er wel brood in zag om samen met hen te gaan werken aan een idee voor een park. Maar alleen als we het gingen verduurzamen volgens het door mij ontwikkelde model. Er moest een maatschappelijke, een ruimtelijke en een economische component in zitten. Spijkers was met sport de maatschappelijke lijn en Heerkens wilde iets met stadslandbouw, biodiversiteit en natuureducatie. Ruimte, en economie was -altijd al- mijn ding.”

Enthousiasme
Het driemanschap Van Meel, Spijkers en Heerkens wordt begin 2013 al snel uitgebreid met Jan Goossens, voorzitter van bewonersvereniging Noordhoek, Matthieu De Sevaux, oud-directeur van Safaripark Beekse Bergen en Bas Klazen, voorzitter van wijkraad Goirke-Hasselt-Bouwmeesterbuurt.


Mei 2013, sloop van de gebouwen op het Van Gend en Loos-terrein foto: John Geerts
Samen richten de zes mannen de Stichting Hart van Brabant op, van waaruit het idee voor het park op het VGL-terrein moet worden vormgegeven. Bart Spijkers: “Het idee was om een park te ontwikkelen op basis van burgerparticipatie. Wiet legde daarom ook al snel het contact met de voorzitters van de wijkraden van de twee aan het VGL-terrein grenzende wijken. “Die bewoners daar zouden op termijn het meeste met het park verbonden zijn. Het was logisch om die wijkraden en hun achterban vanaf het begin bij het proces te betrekken,” aldus Wiet van Meel.

Het enthousiasme om iets moois van de grond te tillen was groot, vertelt Matthieu De Sevaux. “Wiet was daarvan echt de aanjager, hij had heel veel ideeën over hoe het park als coöperatie geëxploiteerd zou kunnen worden. Toen na enkele brainstormrondes na een paar weken de behoefte ontstond om het concreter te maken, besloten we een haalbaarheidsstudie te doen. Wiet regelde daarvoor een budget bij de gemeente en Midpoint,” aldus De Sevaux.

Burgerparticipatie
Voor de haalbaarheidsstudie wordt een stevig burgerparticipatietraject opgezet. Organisatieadviseur Leo Kock, een goede bekende van Dion Heerkens en Wiet van Meel, wordt aangetrokken voor de organisatie en verslaglegging ervan. In de begeleidingsgroep zitten naast Wiet van Meel, Matthieu De Sevaux en Bart Spijkers ook Spoorzonedirecteur Lucien Kuijsters van de Gemeente Tilburg en projectmanager Frank Boss van Midpoint. Leo Kock: “Mijn taak was het om de inspraak vanuit de stad te organiseren. We hebben twee grote bijeenkomsten georganiseerd in de Catharinakapel in de Lange Nieuwstraat. Zo’n zestig partijen, variërend van bewoners uit de aangrenzende wijken, tot kleinere en g


Maart 2014 Bijeenkomst in Wijkcentrum In de Boomtak over het Van Gend en Loos-terrein.
rote organisaties, zoals Tilburg University, CZ, de Nationale Hogeschool voor Toerisme en Verkeer (NHTV, nu Breda University of Applied Sciences) en welzijnsorganisatie Contour de Twern deden mee aan die sessies.” Bart Spijkers: “Tijdens die sessies in de Catharinakapel werkten we in thematische groepen, zoals sport en gezondheid, horeca, biodiversiteit etc. De groepen presenteerden hun op andere momenten gemaakte plannen aan de anderen en die gaven daar dan weer feedback op. Er werd zo een schat aan ideeën en inzichten opgehaald. We hadden 8 werkgroepen en in elke werkgroep zaten een man of tien. Zo’n 70 tot 80 mensen, waarvan het merendeel ook een achterban had, deed actief mee.”

Coöperatie
Na de zomer van 2013 werken Van Meel, Spijkers, De Sevaux en Heerkens, Goossens en Klazen, in samenwerking met Midpoint en de NHTV het plan voor het Hart van Brabantpark verder uit. Tijdens dat proces wordt er meerdere malen een presentatie gegeven van de stand van zaken in wijkcentra In de Boomtak en De Poorten, om de connectie met bewoners van de aangrenzende wijken bij de planvorming betrokken te houden. Wiet van Meel: “We hebben vijf bijeenkomsten gehouden waar in totaal zo’n 300 mensen uit de wijken op af kwamen die ons veel waardevolle feedback gaven.” In een maand of vier werd er zo een stevig plan gemaakt, inclusief tekeningen en een financiële onderbouwing van hoe het Hart van Brabantpark eruit zou kunnen zien. Matthieu De Sevaux: “De kunst was om de ideeën zodanig tot een plan te smeden dat er ook een verdienmodel achter kwam te zitten. De basis van het plan was dat het duidelijke sociale functie moest hebben, dat het park een duurzaam karakter moest krijgen en dat er maatschappelijke activiteiten moesten plaatsvinden. Maar ook dat er commerciële activiteiten moesten plaatsvinden om geld te genereren en daarmee continuïteit. Er zaten al heel veel dingen in die later terug zijn gekomen in het Spoorpark, zoals horeca, beachvolleybalveld The Beach en de Kempentoren. Het grote verschil was dat het een coöperatief plan was. Alle partijen zouden het park gezamenlijk gaan exploiteren en burgers zouden het met obligaties mee gaan financieren. De businessmodellen versterkten elkaar. Het was geen vetpot, maar we konden aantonen dat we het park duurzaam in stand konden houden. Dat was ook de conclusie uit het haalbaarheidsonderzoek en gesprekken met externe deskundigen. Berend de Vries zag het plan wel zitten en zei: ‘ga er maar mee door’.

Lobby
Het is dan eind 2013 en de politieke partijen zijn allemaal druk met het maken van hun programma voor de gemeenteraadsverkiezingen in maart 2014. Om draagvlak voor hun plan voor het Hart van Brabantpark te krijgen gaan bestuursleden van de stichting alle raadsfracties af om hun idee te pitchen. Ook Lucien Kuijsters helpt met de lobby door het plan bij alle wethouders onder de aandacht te brengen. De reacties vanuit de Tilburgse politiek zijn zeer positief.


Plan van de Stichting Hart van Brabantpark uit 2015
Als eind april het nieuwe coalitieakkoord wordt gepresenteerd, zijn de bestuursleden van de Stichting Hart van Brabant dolblij met de paragraaf over het Van Gend en Loosterrein. Lucien Kuijsters: “Het was een een-op-een doorvertaling van het idee voor het Hart van Brabantpark, zoals dat door de gemeenteraad was goedgekeurd met de opdracht het verder te ontwikkelen tot een plan dat uitgevoerd kon worden.“ Letterlijk staat er in het coalitieakkoord: “Wij kiezen voor het Van Gend en Loosterrein een combinatie van groen en leisure. Oftewel in het midden een park met landelijke, groene activiteiten en aan de beide uiteinden ruimte voor vestiging van vrijetijdsvoorzieningen. Zolang er nog geen concrete plannen zijn, kunnen er tijdelijke activiteiten plaatsvinden, zoals een stadscamping of stadslandbouw. De betrokkenheid van de bewoners blijft voor ons belangrijk.” Volgens oud-wethouder Berend de Vries was deze paragraaf een compromis. “Ik wilde al langer de kans pakken om het VGL-terrein niet vol te bouwen en er een park realiseren, maar binnen de coalitie die na de verkiezingen van 2014 aantrad dacht niet iedereen daar zo over. De tekst in het Coalitieakkoord is een compromis dat ruimte laat voor de ontwikkeling van een park met ruimte voor diverse initiatieven vanuit de Tilburgse bevolking, maar dat tevens ruimte biedt aan bebouwing.”

Besluit
In juni 2014 besluit de gemeenteraad dat de gemeente samen met de stichting Hart van Brabant het plan kan verder vorm kan gaan geven ontwikkelen. Dat leidt na de zomer tot het collegebesluit dat er een regiegroep moet komen om het idee Hart van Brabantpark door te ontwikkelen tot een plan dat echt kan worden uitgevoerd. Daarbij wordt aangetekend dat het een park voor de hele stad moet worden en dat alle Tilburgers in de gelegenheid worden gesteld om met initiatieven te komen. Met de natte vinger stelt het College van B en W een miljoen euro beschikbaar om het park ook werkelijk te maken.

De regiegroep bestaat uit Bart Spijkers, Leo Kock, Bas Goossens, Matthieu de Sevaux, Tom ter Bekke en Huub Smulders. Ter Bekke is door de gemeente ingehuurd als projectleider vastgoedprojecten in de Spoorzone. Smulders is senior adviseur bij ERAC, een groot adviesbureau voor regionale ontwikkeling, en op dat moment werkzaam bij Midpoint. Hij is voorzitter van de regiegroep. Op de achtergrond speelt Fons Meijer een belangrijke rol. Sinds mei 2012 is hij programmadirecteur Spoorzone ambtelijk verantwoordelijk voor alles wat er in dat gebied gebeurt– van Koepelhal tot Van Gend en Loos-terrein.

Hoge verwachtingen
Met hoge verwachtingen schuiven de mannen van de Stichting Hart van Brabant na de zomer in 2014 aan tafel met Smulders en Ter Bekke. Ze hebben zin om door te pakken en zoals de gemeenteraad heeft gevraagd met een Plan van Aanpak voor een park op het Van Gend en Loos-terrein te komen. In hun ogen is hun idee voor het park al behoorlijk goed doortimmerd. Door de tekst in het coalitieakkoord, het applaus vanaf de zijlijn door wethouder Berend de Vries en de gemeenteraad zijn zij ervan overtuigd dat ze in de regiegroep hun plan samen met de gemeente verder gaan ontwikkelen. Voor hen is hun plan voor het Hart van Brabantpark, dat met de participatie van enkele honderden mensen tot stand is gekomen, behoorlijk heilig. Het is, naar hun idee, altijd mogelijk dat er nieuwe initiatieven vanuit de stad aan worden toegevoegd, maar die moeten dan wel passen binnen het verduurzamingsmodel van Van Meel en het idee van een coöperatie. Die twee zaken beschouwen zij als essentiële pijlers onder hun plan. Ook hoeven er voor hen op dat moment niet per se direct nieuwe initiatieven bij te komen. Dat mag ook in een latere fase gebeuren. Sterker nog: onderdeel van hun plan is om niet alle beschikbare grond meteen te gebruiken en in het ‘gele gebouwtje’ op de hoek van het park, waar nu Omroep Tilburg zetelt, De Broedplaats te vestigen. Een plek waar goede ideeën van Tilburgers doorontwikkeld kunnen worden en rijp gemaakt kunnen worden voor implementatie in het coöperatieve, duurzame park. De Broedplaats, een idee van Wiet van Meel, is tevens een mooi vehikel om ‘Tussenheid’ beter op de kaart te zetten, een initiatief waarmee hij net met enkele anderen is gestart om startende Tilburgse ondernemers te helpen.

Slechts een visie
Tom ter Bekke zit echter met een heel ander idee aan tafel. In zijn ogen, en die van wethouder Berend de Vries en zijn baas Fons Meijer, is het plan van de Stichting Hart van Brabant een interessante visie die het verdient om verder ontwikkeld te worden. Maar wel slechts een visie, dat nog lang geen plan is dat kan worden uitgevoerd. De weg die moet worden afgelegd om tot een plan te komen dat voor besluitvorming aan de raad kan worden voorgelegd is in zijn ogen nog lang. Ter Bekke: “De Stichting Hart van Brabant had formeel niet de status van een burgerinitiatief dat door de gemeente was uitgekozen om een park te ontwikkelen. Er was geen bestuurlijk besluit dat ik met hen verder kon uitwerken. Er lag een visie, die wellicht kon leiden tot een mooi levendig park, maar niets stond op dat moment vast. Er waren op dat moment bovendien ook nog andere opties voor de invulling van het Van Gend en Loos-terrein, zoals stadslandbouw, al hadden wethouder Berend de Vries en de gemeenteraad een sterke voorkeur voor een park. Er was een uitspraak in het coalitieakkoord, er was een miljoen beschikbaar en het moest op participerende wijze tot stand worden gebracht. Tilburgers moesten worden opgeroepen om met ideeën te komen. Het moest meer een plan van de hele stad worden.”

Frustraties
De twee verschillende gezichtspunten van waaruit de gemeente en de Stichting Hart van Brabant met elkaar aan tafel schuiven leidt gedurende het half jaar dat de regiegroep bestaat tot grote frustraties aan beide kanten. Uit gesprekken met de voormalige leden van de regiegroep doemt een Kafkaësk beeld op van hoe zij tot ergens in het voorjaar van 2015 met elkaar aan tafel hebben gezeten. Bart Spijkers: “Elke keer als wij stappen wilden zetten en meer informatie wilden, bijvoorbeeld over waterlopen onder de grond, grondprijzen, en groenonderhoud, werd dat geblokkeerd. Ook de argumentaties achter het niet leveren van de informatie is nooit duidelijk geworden. Tom ter Bekke was ongrijpbaar. Er was geen bereidheid om vragen van ons verder de gemeentelijke organisatie in te brengen. Hij werd daarin volgens mijn gevoel aangestuurd door zijn baas Fons Meijer. Die hield, volgens ons gevoel, alles tegen wat hem niet uitkwam.”

Zuur
Tom ter Bekke en Fons Meijer zeggen zich totaal niet in het beeld van Bart Spijkers te herkennen dat zij zaken bewust hebben achtergehouden of geblokkeerd. Fons Meijer: “Door de leden van de regiegroep werd heel vaak naar de gemeente gekeken en wij probeerden dat van ons af te organiseren. Als wij aan al die verzoeken voor informatie hadden voldaan dan had de gemeente een veel te zware rol in het proces gekregen. De gemeente moest dit oplossen, dat oplossen… In onze ogen hoorden die zaken eenvoudigweg niet op ons bord. Als de gemeente zoveel moest doen, konden we het net zo goed zelf inrichten en dat was nou net niet het idee.” Ter Bekke: “Als er echt inhoudelijke vragen waren over bijvoorbeeld een bestemmingsplan heb ik steeds geprobeerd die informatie zo goed mogelijk op te halen en dat weer te communiceren in de regiegroep.”

Ter Bekke vond zijn positie in de regiegroep wel ingewikkeld. “Als adviseur van het college ben ik gewend om toe te werken naar een besluit van het gemeentebestuur. Daarvoor moeten partijen zaken aanleveren en doet de gemeente dingen achter de schermen. In een dergelijke fase is het belangrijk om precies te weten wat de ruimte is die een burgerinitiatief heeft. Die ruimte was echter vaag, omdat er geen bestuurlijk besluit was waaruit de status van het burgerinitiatief bleek. Het formele kader bestond uit slechts die ene paragraaf in het coalitieakkoord, waarin het Hart van Brabant-park niet wordt genoemd. Er is nooit zwart op wit gezegd dat hun plan het plan was dat er ging komen. Dat klinkt rechtlijnig, maar zo werkt het. Dat dat zuur is, snap ik.”

Geen Wiet van Meel-park
Zijn rol in de regiegroep, zegt Ter Bekke, was faciliteren waar hij kon, door onder andere inhoudelijke vragen te beantwoorden en uit te leggen wat de mogelijkheden van de locatie waren. Daarnaast was het zijn taak om uit te vissen wat de plannen uiteindelijk zouden gaan kosten en om te beoordelen hoe de initiatiefnemers in het proces zitten. Dat het meer dan het gereserveerde bedrag van één miljoen euro zou worden, was voor hem wel duidelijk. “Maar mij ging het er in die fase vooral om om te zien hoe zij omgingen met de oproep die er moest komen om meer Tilburgers de kans te geven in het park te participeren. Die oproep kwam er niet. Het ging hen vooral om hun plan.” Bart Spijkers: “Die uitvraag is er niet gekomen, omdat we het met de gemeente niet eens werden over de voorwaarden waaraan initiatieven moesten voldoen. Voor ons was onderlinge samenhang en samenwerking tussen de initiatieven cruciaal.”


2014, de allereerste stadscamping op het terrein. Foto: Paula Anguita Van der Schaaf
“Het ingewikkelde aan de rol van Tom”, zegt Fons Meijer, “was dat hij daar namens de gemeente zat en dat de gemeente eigenlijk niet mee wilde doen. Wethouder Berend de Vries had ook duidelijk gezegd dat hij -en dus de gemeente- op zijn handen zou blijven zitten en zien wat er vanuit het burgerinitiatief zou ontstaan. Het belangrijkste op dat moment was dat er een gelijk speelveld voor alle Tilburgers werd gecreëerd en iedereen de kans kreeg om met ideeën voor een park te komen.” Het plan voor het Hart van Brabant-park voldeed daar -ondanks de betrokkenheid van enkele honderden mensen en tal van organisaties- nog lang niet aan, volgens hem. “Het top down-idee van het verduurzamingsmodel en de coöperatie vond ik strijdig met burgerparticipatie, omdat het feitelijk betekende dat ze zich daarmee de inrichting van het park toe-eigenden. Dat konden we vanuit de gemeente niet toestaan. Daarvoor was de ontwikkeling van het Van Gend en Loos-terrein te groot en te belangrijk. Het moest geen Wiet van Meel-park worden. Ik heb daar een clash met Van Meel over gehad. Die ging over openheid. Ik heb hem toen gezegd dat als hij dacht dat zij de bewoners vertegenwoordigden dat we dan geen zaken konden doen. Ik vond dat bewoners mondig genoeg waren om zelf met ideeën te komen. Dat was stevig en heeft ook zeker de toon gezet voor de verhoudingen tussen ons.” Voormalig wethouder Berend de Vries: “Het moest iets democratischer om voldoende politiek draagvlak voor een park te kunnen creëren. Door de relaties van de eerste groep met Midpoint en Lucien Kuijsters, zat het wel heel dicht bij de gemeentelijke organisatie. Het leek meer op een soort van uitverkoren burgerinitiatief. Ik zet trouwens vraagtekens bij het feit dat de bedenkers van het Hart van Brabant-park in de regiegroep zaten met de verwachting dat hun idee zou worden doorontwikkeld en uitgevoerd. Ze hoopten het wellicht, maar ook voor hen was het duidelijk dat hun visie moest worden opengegooid en dat iedereen de kans moest krijgen om met ideeën te komen.”

Transparant proces
Voormalig voorzitter Huub Smulders van de regiegroep herinnert zich dat er door de regiegroep wel gestart is met de voorbereiding voor een oproep aan alle Tilburgers om meer nieuwe ideeën te genereren. “Ik heb daar zelf nog antwoordformulieren voor gemaakt.” Het probleem, volgens Smulders, inmiddels algemeen directeur van ERAC B.V. was dat de makers van het plan voor het Hart van Brabantpark het gesprek in de regiegroep over een open proces bleven frustreren door keer op keer het gesprek aan tafel te sturen naar alleen hún plan. “Als dat de enige waarheid is waarover gesproken mag worden en iedereen er zo naar moet kijken als jij, terwijl de wereld van anderen er anders uitziet, met andere afbreukrisico’s en andere regels, dan heb je het eerste probleem al te pakken. Je moet in een cocreatief proces elkaars leefwerelden overbruggen. Ik heb dat geprobeerd, maar dat is me niet gelukt. De belangen van de gemeente en de bedenkers van het Hart van Brabantpark werden te zwartwit en soms te venijnig aan tafel gecommuniceerd; ‘hoe kan het nu zijn dat jij dit niet goed vindt? En hoe kan het nou dat jij niet snapt hoe grondexploitatie werkt?’ Als je zo tegen elkaar spreekt dan benoem je alleen steeds de verschillen en kom je nooit tot elkaar.” Daarnaast, zegt hij, werd de regiegroep en het proces dat zij geacht werd te doorlopen voortdurend gedwarsboomd doordat Wiet van Meel buiten de regiegroep om bij politici en bestuurders in het Brabantse bleef lobbyen voor meer draagvlak voor het idee van het Hart van Brabantpark. “Aan tafel ontvouwden zich keer op keer dingen waarvan ik dacht: wat nu weer? Wiet heeft veel contacten in de regio en bij de provincie en lobbyde er lustig op los om meer steun voor hun plan te krijgen. Keer op keer werd er aan tafel een nieuw beeld gecreëerd als er weer met politici en bestuurders, was gesproken. Dat maakte het onmogelijk om een transparant en rechtmatig proces te doorlopen.”

Eigen vlees keuren
Op een zeker moment was het wel duidelijk dat ze alleen het totaalconcept van het Hart van Brabantpark wilden realiseren, zoals ze dat eerder hadden bedacht, aldus Smulders. “Dat heb ik ook in een mail aan Berend de Vries geschreven, vlak voor het einde van deze regiegroep.” Ook, zegt hij, heeft hij dat met De Sevaux, Spijkers, en Goossens besproken en ze verteld dat als ze dat wilden, dat ze dan niet in de regiegroep c.q. beoordelingscommissie moesten zitten. “Het kon niet zo zijn dat de slager zijn eigen vlees ging keuren.”

Het beeld van de slager die zijn eigen vlees keurt, erkenden de leden van de Stichting Hart van Brabant ook. “Wij waren doorgegaan met de ontwikkeling van ons park,” zegt Matthieu De Sevaux, en we wilden allemaal een deel ervan zelf exploiteren. Van Bart Spijkers was dat vanaf het begin al duidelijk. Hij wilde daar aan de slag met zijn fysiopraktijk en beachvolleybal. Wiet wilde verder met de coöperatie en De Broedplaats, Dion met biodiversiteit, natuureducatie en stadslandbouw en ik was zelf tot de conclusie gekomen dat het mij als financiële man wel leuk leek om de exploitatie van het park op me te nemen.” Ze beseffen dat als ze allemaal zelf een rol in het park willen spelen ze niet tevens ook kunnen bepalen wie er verder wel en niet in het park iets mag gaan doen. In hun hoofden is het echter tevens onbestaanbaar dat zij géén rol in het park zullen gaan spelen. Als het gaat om wie er nog door een keuring heen moeten komen, zijn dat in hun beleving alleen nieuwe initiatieven. Zij hebben immers al ruim twee jaar hard gewerkt aan hun plan. Wiet van Meel: “Natuurlijk wilden we dat ons plan doorging.”

Toezegging in achterzak
In het voorjaar van 2015 trekken de initiatiefnemers de conclusie dat zij expertise in huis moeten halen om verder te komen met de ontwikkeling van het Hart van Brabant-park. Ze besluiten om enkele mensen -informeel- erbij te betrekken als adviseur: Johan Dunnewijk, op dat moment de net gepensioneerde CEO van woningcorporatie WonenBreburg, Philip Eijlander, rector magnificus van Tilburg University en Anita de Haas, voormalig journalist van het Brabants Dagblad en bestuurder bij diverse maatschappelijke en culturele organisaties. Lang duurt het adviseurschap van het drietal niet, want enkele maanden later besluiten de leden van Stichting Hart van Brabant uit de regiegroep te stappen. Wiet van Meel: “In de zomer van 2015 heb ik tegen de anderen gezegd dat we ons terug moesten trekken, omdat ik voorzag dat wij als vrijwilligers niet in staat zouden zijn het vervolg op onze schouders te nemen. Het was ons vak niet, we zouden er helemaal gek van worden omdat we met zo’n beetje alle afdelingen van de gemeente te maken zouden gaan krijgen, met allemaal hun eigen ideeën. Dat we dat niet eerder voorzagen, heeft te maken met onze onervarenheid. Niemand van ons had ooit zo’n groot project onder handen gehad.” Voordat hij aan de anderen voorstelt om uit de regiegroep te stappen, polst hij Johan Dunnewijk en Anita de Haas of zij eventueel bereid zijn de ontwikkeling van het park te gaan trekken. Dunnewijk heeft de ervaring en capaciteiten om een grote binnenstedelijke ontwikkeling als het park van de grond te tillen en hij heeft er tijd voor. “Ze zeiden meteen ja,” aldus Van Meel. Met die toezegging in de achterzak is het besluit om met de regiegroep te stoppen snel genomen en in het bijzijn van de groep belt hij Berend de Vries, ’s avonds op zijn mobiele telefoon, om hem hun besluit te vertellen en erop aan te dringen dat De Vries zo snel mogelijk Dunnewijk belt voor een afspraak. Bart Spijkers: “We waren ook moegestreden. Moe van het gebrek aan samenwerking met de gemeente. We wisten zeker dat we op de goede lijn zaten en voldoende betrokkenheid uit de stad georganiseerd hadden.”

Het besluit van de Stichting Hart van Brabant om uit de regiegroep te stappen en de overdracht van de scepter aan Johan Dunnewijk speelt zich volledig af buiten het gezichtsveld van voorzitter Huub Smulders. “Er is niets aan mij verteld. Op een gegeven moment was er gewoon geen vervolgvergadering meer gepland en heb ik ergens gelezen dat Johan Dunnewijk het roer overnam. Dat ik achter mijn rug uit mijn stoel ben gewipt, heb ik Wiet niet in dank afgenomen. Johan Dunnewijk heb ik nooit gesproken.”

Schone lei
De tweede regiegroep onder aanvoering van Johan Dunnewijk, gaat in het najaar van 2015 van start. Enkele maanden later wordt deze regiegroep omgezet in het bestuur van de Stichting Spoorpark. Anita de Haas gaat mee, Philip Eijlander haakt af omdat hij voor zo’n zware rol geen tijd heeft. Zijn plek wordt ingenomen door Noud Derks, oud-gemeentesecretaris van Tilburg en op dat moment directeur Projecten en Vastgoed bij de provincie Noord-Brabant. Verder parachuteert wijkraadvoorzitter Jan Goossens communicatieadviseur Frank Vermeulen, in de regiegroep/het bestuur van de nieuwe Stichting Spoorpark. Vermeulen, die in de Bomenbuurt woont, wordt door Goossens gezien als ‘linking pin’ met de wijken en zou in zijn ogen binnen de nieuwe regiegroep/bestuur de belangen van de omwonenden moeten behartigen. Al snel maakt Vermeulen duidelijk dat hij dat niet ziet zitten. “Ik kon er alleen op persoonlijke titel in zitten. Ik kan niet namens 5000 mensen praten.” Het is typerend voor onafhankelijke positie die het bestuur kiest. Vermeulen: “We begonnen met een schone lei.”

Belazerd voelen
Door de eis vanuit de gemeente -zowel van de raad als van wethouder Berend de Vries- dat de hele stad de kans moet krijgen om in het park te participeren, kiest de nieuwe regiegroep ervoor om het hele proces nieuw leven in te blazen door Tilburgers op te roepen om met ideeën te komen. Om de creativiteit in de stad aan te boren wordt er in de lokale media flink op de trom geslagen. Het bestuur van de stichting Hart van Brabant is door het uitschrijven van de prijsvraag behoorlijk van slag, met name Dion Heerkens, Bart Spijkers, Bas Klazen en Jan Goossens. Hun plan wordt hiermee volledig van tafel geveegd, terwijl ze verwachtten dat het nieuwe bestuur verder zou gaan bouwen op hun plan. Jan Goossens: “Voor de pitches had ik nog het vertrouwen dat ons plan voor 90 procent gerealiseerd zou worden. We konden ons gewoon niet voorstellen dat zo’n goed doortimmerd plan waar zoveel mensen aan hadden meegewerkt op dezelfde manier bekeken zou worden als nieuwe oppervlakkige plannetjes. Wij dachten dat de nieuwe regiegroep ervoor ging zorgen dat het ging lukken. Toen bleek dat we slechts één van de mogelijkheden waren geworden, deed dat flink zeer. Ik heb me echt belazerd gevoeld. We hadden hier zo lang en diepgaand aan gewerkt en dan krijgen we evenveel tijd om te pitchen als iemand die een standbeeld van zichzelf wilde.”

Pitch
De enige mogelijkheid die de initiatiefnemers voor het Hart van Brabantpark krijgen om nog een rol in het nieuwe park te kunnen spelen, is door hun coöperatieve plan op te knippen en afzonderlijk hun plannen in te dienen. Bart Spijkers en Dion Heerkens zijn de enigen die een idee hebben dat ook gerealiseerd zou kunnen worden zonder deel uit te maken van een coöperatie en leveren begin 2016 hun ideeën voor de ‘Beach’ (Spijkers) en stadslandbouw, educatie en biodiversiteit (Heerkens) in.

De Tilburgers krijgen de eerste drie maanden van 2016 de tijd om met plannen te komen. Uiteindelijk blijft de teller stilstaan op 82. De kwaliteit van de plannen lopen zwaar uiteen. “Sommige waren hilarisch, zoals een stilteplek,” aldus Frank Vermeulen. In de maanden erna krijgen alle indieners van plannen om hun idee in een korte pitch toe te lichten. Iedereen wordt gelijk behandeld, zo moest ook de stadscamping, die al op het terrein zat, pitchen. En dus ook Bart Spijkers en Dion Heerkens. Spijkers mag verder met de ontwikkeling van zijn ‘sport en bewegen-concept’ en met het beachvolleybalterrein, Dion Heerkens wordt door het bestuur afgeserveerd. “Mij is nooit duidelijk geworden waarom. Ik vermoed dat ze gewoon geen stadstuinderijachtige omgeving in het park wilden hebben,” aldus Heerkens. “De enige motivatie voor de afwijzing die ik heb gehoord, was dat Anita de Haas zei dat ik niet wilde samenwerken. Sorry hoor, maar dat vind ik nog steeds een klap in mijn gezicht. Mijn hele manier van werken is al tientallen jaren niets anders dan samenwerken.” Wijkraadvoorzitter Jan Goossens: “We hebben gevierd dat Bart gekozen was. Voor hem was het heel belangrijk, omdat het zijn droom was om zijn fysiotherapiepraktijk te kunnen verbreden met sporten. Daarna hebben we de pijn gedeeld door een stevige borrel te pakken.”

Energie
De overname van de regie door Johan Dunnewijk, Anita de Haas en Noud Derks, leidt bij de gemeente al snel tot vrolijke gezichten. “We waren er wel blij mee ja,” zegt Fons Meijer. “Eindelijk zagen we dat er concreet dingen gebeurden. Ze brachten er met hun energie de vaart in en -cruciaal- ze organiseerden een transparant en open proces waar de hele stad aan kon meedoen. Ze deden wat ze moesten doen.” Tom ter Bekke, die ook in de tweede regiegroep er namens de gemeente bij zat: “De groep van Johan Dunnewijk pakte het van begin af aan heel projectmatig aan, waardoor er over zaken als financiën, ontwerp en proces snel besluitvorming kon plaatsvinden. Zij trokken echt de kar.” Door die doortastendheid en overtuigingskracht kregen ze de gemeente ook relatief makkelijk mee als het ging om de extra miljoenen die nodig waren om tot een goed park te komen, legt Ter Bekke uit. “Het is heel slim geweest om het in het coalitieprogramma vast te leggen en daarna de stad de kans te geven om met ideeën te komen en veel reuring in de media eromheen te creëren. Daardoor was het voor de gemeenteraad bijna onmogelijk geworden om er nee tegen te zeggen, ook al kostte het miljoenen meer dan oorspronkelijk gedacht,” aldus Ter Bekke. Tijdens het ontwikkelingstraject van het Spoorpark steeg het budget van twee naar acht miljoen euro.

Hoezo cocreatie?
Uit alle pitches worden er acht ideeën uitgekozen om ‘parkrijp’ te worden gemaakt. Bij de doorontwikkeling van die ideeën en het maken c.q. tegen het licht houden van de businessplannen worden Wiet van Meel en Matthieu De Sevaux door het bestuur van de Stichting Spoorpark ingehuurd als adviseur. Samen met Bart Spijkers, zijn er zo toch weer drie mensen van de eerste regiegroep betrokken bij de ontwikkeling van het park. In die fase fietst Wiet van Meel in het verlengde van het Beachplan van Spijkers de komst van de Kempentoren in de plannen van het Spoorpark. De Kempentoren is gefinancierd door een aantal ondernemers met risicodragende leningen van de provincie Noord-Brabant en de Rabobank, dankzij een lobby van Van Meel. Bart Spijkers: “Als gekozen initiatieven doorliepen we met diverse adviseurs -onder wie Wiet en Matthieu- een heel traject over hoe we zouden gaan samenwerken, hoe we het terrein gingen vormgeven en hoe we het financieel-economisch in elkaar gingen steken. Vervolgens is het hele verhaal bij de landschapsarchitect neergelegd. Ik herkende in hun verhaal niet wat wij met zijn allen aan voorwerk hebben gedaan. Uiteindelijk konden we kiezen uit twee opties en hebben we gezegd: doe die dan maar. Er is niet samen met de kwartiermakers een park gemaakt, maar er is een park ontwikkeld waarin kwartiermakers een plek hebben gekregen. Hoezo cocreatie?”

Oppervlakkig
Ook de manier waarop de stad is betrokken bij het plan -via de prijsvraag- kan bij de mensen van het eerste uur op weinig applaus rekenen. Matthieu De Sevaux, van oorsprong bioloog: “De oproep om ideeën in te sturen is erg oppervlakkig. Wij hebben met tientallen partijen, burgers en deskundigen een lang traject doorlopen om een park te ontwikkelen vanuit een verduurzamingsfilosofie, waarin alle partijen met elkaar zouden samenwerken en ook gezamenlijk verantwoordelijk waren voor de exploitatie.

2017 Plattegrond Spoorpark
2017 Plattegrond Spoorpark
Nu bestaat het park uit allemaal eilandjes. Neem de horeca. Die kwam via stromannen uiteindelijk in handen van de grootste horecaman van Tilburg, de Brabo Groep van Rien van Linschoten. Het is een degelijke horecagelegenheid, maar het is niet onderscheidend. Wat was het mooi geweest, denk ik, als er horeca had gezeten, gerund door een jonge ambitieuze ondernemer die producten van boeren uit de regio in zijn keuken zou gebruiken staan en die met gezonde voeding een link met sport en bewegen van Bart en met de stadstuinderij van Dion had gehad. Wiet en ik doorzagen deze stromannenaanpak, hebben het bestuur hiervoor gewaarschuwd, maar het is er toch van gekomen. Ik vind het nog steeds een gemiste kans. Het komt zelden of nooit voor dat je de kans krijgt om in het centrum van een stad een nieuw park te maken. Wat er nu ligt, is degelijk, maar het park had ook een voorbeeld en een inspiratiebron voor een duurzamere samenleving kunnen zijn. Het had echt iets bijzonders kunnen zijn.”

Goede sier maken
Met de komst van het nieuwe bestuur kwam ook een einde aan de goede communicatie met de wijkraden, vertelt Jan Goossens. “We hebben geprobeerd om de participatie vanuit de wijken vorm en inhoud te geven, maar dat was gewoon niet meer te doen. Alles wat er door de aangrenzende wijken gezegd, werd gezien als een oneigenlijk belang. Johan Dunnewijk zei: we zijn er voor de hele stad, niet voor de buurten.”

Kenmerkend voor het bestuur van het Spoorpark, zegt Spijkers, is hun top-down benadering. Met zijn drieën bepalen zij welke koers er gevaren wordt. Voor mij is die aansturing van bovenaf niet geëigend in het geval van een burgerinitiatief. Door de gemeente en het bestuur van het Spoorpark wordt al jaren goede sier gemaakt met de slogan dat de ontwikkeling van het Spoorpark het ‘grootste burgerinitiatief van Nederland’ is. Ik denk dat daarop nogal wat is af te dingen. En niet in de laatste plaats doordat in publicaties van het huidige bestuur de ontwikkeling van het park steevast begint met het uitschrijven van de prijsvraag in 2016. Elke link met de periode daarvoor proberen ze tegen te houden. Zo mocht ik een tijd terug een stukje schrijven over mijn betrokkenheid bij het park. Mijn verhaal begint in 2013, met een droom, maar die datum moest eruit van Anita de Haas en Johan Dunnewijk. Dat moest veranderd worden in dat ik ‘drie jaar eerder in een ander traject’ bij het park betrokken was geraakt. Volgens Johan is het volstrekt onbeduidend wat er voor 2016 is gebeurd. Dat is niet alleen niet waar, het is een schandalige ontkenning van het werk van vele mensen. Zonder ons initiatief was er geen Spoorpark geweest.” Tom ter Bekke: “Als de Stichting Hart van Brabant geen plan had gemaakt, had er niets over in het coalitieakkoord gestaan en is het inderdaad zeer de vraag of er een Spoorpark was gekomen.”

Verwachtingen
Volgens Huub Smulders is het een fout van de gemeente is geweest door de verwachting te wekken dat het Hart van Brabant-park een serieuze optie was, onder andere door de haalbaarheidsstudie te subsidiëren, en in een latere fase te verlangen dat het proces werd opengesteld voor nieuwe ideeën. “Het plan voor het Hart van Brabantpark had eerst naast de gemeentelijke beleidsprocedures en alles wat daarbij komt kijken moeten worden gelegd. En iemand had moeten zeggen: laten we elkaar nu niet meteen wijsmaken dat het zeker is dat dit plan mogelijk is, want er komen nog heel veel vragen. Bijvoorbeeld over de exploitatie, hoe je de veiligheid regelt, wat er nodig is om een horecafunctie op het terrein te creëren, enzovoort. Laten we daarom eerst een proces inrichten om al die vragen boven tafel te krijgen en te beantwoorden. Wellicht dat dan blijkt dat jullie plan ook werkelijk kan worden uitgevoerd. Dat proces was er niet.” Smulders is van mening dat de gemeente die rol had moeten pakken, “want wat hier is gebeurd is een schoolvoorbeeld van hoe communicatie door de politiek heel vervelend kan uitpakken voor burgers. Politici zeggen makkelijk: ‘wat een goed initiatief, natuurlijk ondersteunen we jullie plan’, maar tegelijkertijd hebben ze altijd een heleboel vragen voordat ze er uiteindelijk geld instoppen. Het is misgegaan op het punt van verwachtingsmanagement en transparante communicatie.”

Niet duidelijk geweest
Verantwoordelijk wethouder Berend de Vries: “Ik zat er niet strak in”

Wethouder Berend de Vries – D66 bij de presentatie van het collegeakkoord in 2014 Foto: John Geerts
Verantwoordelijk wethouder Berend de Vries is het daarmee eens. De Vries: “Als gemeente zijn we in de fase van de eerste regiegroep niet voldoende duidelijk geweest over wat precies de rollen van de gemeente en het burgerinitiatief moesten zijn. We wisten dat we het initiatief niet moesten overnemen, maar ernaast moesten gaan staan. Maar dat is te abstract geweest. Je moet bij een grote opgave als dit steeds precies benoemen wie waarvoor aan de lat staat. Dat is een les. Ik zat er niet strak in. Nadat Johan Dunnewijk de regie had overgenomen ging het verkennen van die rollen door en naarmate het plan voor het park groter werd en er meer geld voor gereserveerd werd, werden de rollen van de gemeente en de Stichting Spoorpark scherper. Bij een regulier project heb je een standaardprocedure en staan alle afspraken die je moet maken van tevoren vast. In het geval van de ontwikkeling van het Spoorpark hebben we de exploratieve fase met de eerste regiegroep nodig gehad om de tweede fase goed te doorlopen. Je zou kunnen zeggen dat het een uit de hand gelopen burgerinitiatief is geweest met een prachtig park als resultaat. Een park trouwens dat ondanks alles voor een groot deel overeenkomt met het plan voor het Hart van Brabant-park. De initiatiefnemers van het Hart van Brabant-park verdienen een prominente plek in de geschiedenis van het Spoorpark.”

Wiet van Meel looft, los van alle weeffoutjes en discussies, de inzet van Dunnewijk, de Haas en Derks. “Zonder de tomeloze energie en belangeloze inzet van deze drie mensen was er ook niets van de grond gekomen. Het zou de gemeente Tilburg sieren een goede procesevaluatie op dit project los te laten.”

 

Dit verhaal is gerealiseerd met steun van het Tilburgs Mediafonds.

Het bestuur van het Spoorpark weigerde mee te werken aan dit verhaal.

Het Spoorpark is gebouwd op de schouders van een mislukt burgerinitiatief
Gastauteur maandag 20 februari 2023 27 min read

Het Van Gend en Loos-terrein in juni 2014. Foto: John Geerts

Volgens het bestuur van het Spoorpark startte de ontwikkeling van het park met hun aantreden in 2015. Echter, ruim drie jaar ervoor ging een groepje mannen al enthousiast aan de slag met de ontwikkeling van een park voor hetzelfde terrein: het Hart van Brabant-park. Zonder hun gedrevenheid en voorwerk was het Spoorpark er zo goed als zeker nooit gekomen. Een reconstructie van een burgerinitiatief waaraan met veel plezier en ambitie werd begonnen, maar dat eindigde in een wolk van frustraties.

Door Peter van Noppen

In de zomer van 2012 raakt Lucien Kuijsters, programmamanager Spoorzone bij de gemeente Tilburg, aan de praat met Wiet van Meel op een netwerkborrel in Brussel van adviesbureau ERAC uit Den Bosch. Van Meel is in Brabantse bestuurlijke kringen een bekende adviseur op het gebied van economische, maatschappelijke en ruimtelijke projecten. De twee kennen elkaar niet, maar al snel raken ze in gesprek over het Van Gend en Loos-terrein in het centrum van Tilburg, waarvoor een goede bestemming moet worden gevonden. In dat gesprek noemt Kuijsters het al langer binnen de gemeente rondzingende idee om er een park van te maken. Een idee dat Van Meel meteen aanspreekt. De programmamanager is op zijn beurt erg gecharmeerd van het enthousiasme waarmee Van Meel zijn ‘verduurzamingsmodel’ uitlegt, een methode om verduurzamend ruimtelijke, maatschappelijke en economische ontwikkelingen van onderop tot stand te brengen.


Mei 2013, het Van Gend en Loos-terrein met alle spoorrails foto: John Geerts
Dat idee van een park op die plek, zegt Kuijsters, kwam niet uit de lucht vallen. “Midpoint had een paar jaar daarvoor een regionale visie ontwikkeld op ‘leisure’, de leisureboulevard. Daarin werd het VGL-terrein met stip aangewezen voor een leisureinvulling. Verder was een paar jaar eerder een motie van Marieke Moorman door de raad aangenomen waarin stond dat er 3,5 hectare groen in de Spoorzone moest komen, waarvan minimaal 1 hectare op het VGL-terrein. En in 2010 was in de Nota Groen al voorgesteld om daar een stadspark te maken, onder de naam ‘Arrangement op het VGL-terrein’. De bestemming moest dus ‘leisure zijn met een duidelijke groencomponent’. Dat was bestuurlijk verankerd.” Ook persoonlijk zag Kuijsters graag een park op die plek gerealiseerd. “Tilburg is gewoon een erg stenige stad. Al decennialang werd er gepleit voor meer groen in de binnenstad, maar er kwam nooit iets van terecht, op wat kleine dingetjes na. Het VGL-terrein was de enige locatie om een substantiële groene invulling te realiseren. De bestuurlijke basis was er en bovendien paste het financieel ook, omdat de boekwaarde van het terrein erg laag was: er hoefde daardoor niet per se flink gebouwd te worden om het terrein rendabel te maken.”

Verduurzamingsmodel
Begin 2013, een half jaar na hun ontmoeting in Brussel, nodigt Lucien Kuijsters Wiet van Meel uit voor een brainstormbijeenkomst voor de invulling van het VGL-terrein. Plaats


Van Gend en Loos-terrein in 2010
van handeling is het Deprez-gebouw in de Spoorzone. Naast een verzameling ingenieursbureaus, herinnert Wiet van Meel zich, liep er ‘wat loslopend spul’ rond, zoals hijzelf. Ook mensen die hij kende, zoals fysiotherapeut en voorzitter van volleybalvereniging Beach Tilburg Bart Spijkers en Dion Heerkens, een ‘groene jongen’ met een schat aan ervaring in de biologische landbouw. Bart Spijkers dropte tijdens die brainstorm het idee voor ‘een bak zand’ voor de beachvolleybalclub, die moesten en wilden verhuizen van het terrein van Were Di Tilburg. Wiet van Meel: “Na die bijeenkomst heb ik Heerkens en Spijkers bij elkaar gehaald en tegen hen gezegd dat ik er wel brood in zag om samen met hen te gaan werken aan een idee voor een park. Maar alleen als we het gingen verduurzamen volgens het door mij ontwikkelde model. Er moest een maatschappelijke, een ruimtelijke en een economische component in zitten. Spijkers was met sport de maatschappelijke lijn en Heerkens wilde iets met stadslandbouw, biodiversiteit en natuureducatie. Ruimte, en economie was -altijd al- mijn ding.”

Enthousiasme
Het driemanschap Van Meel, Spijkers en Heerkens wordt begin 2013 al snel uitgebreid met Jan Goossens, voorzitter van bewonersvereniging Noordhoek, Matthieu De Sevaux, oud-directeur van Safaripark Beekse Bergen en Bas Klazen, voorzitter van wijkraad Goirke-Hasselt-Bouwmeesterbuurt.


Mei 2013, sloop van de gebouwen op het Van Gend en Loos-terrein foto: John Geerts
Samen richten de zes mannen de Stichting Hart van Brabant op, van waaruit het idee voor het park op het VGL-terrein moet worden vormgegeven. Bart Spijkers: “Het idee was om een park te ontwikkelen op basis van burgerparticipatie. Wiet legde daarom ook al snel het contact met de voorzitters van de wijkraden van de twee aan het VGL-terrein grenzende wijken. “Die bewoners daar zouden op termijn het meeste met het park verbonden zijn. Het was logisch om die wijkraden en hun achterban vanaf het begin bij het proces te betrekken,” aldus Wiet van Meel.

Het enthousiasme om iets moois van de grond te tillen was groot, vertelt Matthieu De Sevaux. “Wiet was daarvan echt de aanjager, hij had heel veel ideeën over hoe het park als coöperatie geëxploiteerd zou kunnen worden. Toen na enkele brainstormrondes na een paar weken de behoefte ontstond om het concreter te maken, besloten we een haalbaarheidsstudie te doen. Wiet regelde daarvoor een budget bij de gemeente en Midpoint,” aldus De Sevaux.

Burgerparticipatie
Voor de haalbaarheidsstudie wordt een stevig burgerparticipatietraject opgezet. Organisatieadviseur Leo Kock, een goede bekende van Dion Heerkens en Wiet van Meel, wordt aangetrokken voor de organisatie en verslaglegging ervan. In de begeleidingsgroep zitten naast Wiet van Meel, Matthieu De Sevaux en Bart Spijkers ook Spoorzonedirecteur Lucien Kuijsters van de Gemeente Tilburg en projectmanager Frank Boss van Midpoint. Leo Kock: “Mijn taak was het om de inspraak vanuit de stad te organiseren. We hebben twee grote bijeenkomsten georganiseerd in de Catharinakapel in de Lange Nieuwstraat. Zo’n zestig partijen, variërend van bewoners uit de aangrenzende wijken, tot kleinere en g


Maart 2014 Bijeenkomst in Wijkcentrum In de Boomtak over het Van Gend en Loos-terrein.
rote organisaties, zoals Tilburg University, CZ, de Nationale Hogeschool voor Toerisme en Verkeer (NHTV, nu Breda University of Applied Sciences) en welzijnsorganisatie Contour de Twern deden mee aan die sessies.” Bart Spijkers: “Tijdens die sessies in de Catharinakapel werkten we in thematische groepen, zoals sport en gezondheid, horeca, biodiversiteit etc. De groepen presenteerden hun op andere momenten gemaakte plannen aan de anderen en die gaven daar dan weer feedback op. Er werd zo een schat aan ideeën en inzichten opgehaald. We hadden 8 werkgroepen en in elke werkgroep zaten een man of tien. Zo’n 70 tot 80 mensen, waarvan het merendeel ook een achterban had, deed actief mee.”

Coöperatie
Na de zomer van 2013 werken Van Meel, Spijkers, De Sevaux en Heerkens, Goossens en Klazen, in samenwerking met Midpoint en de NHTV het plan voor het Hart van Brabantpark verder uit. Tijdens dat proces wordt er meerdere malen een presentatie gegeven van de stand van zaken in wijkcentra In de Boomtak en De Poorten, om de connectie met bewoners van de aangrenzende wijken bij de planvorming betrokken te houden. Wiet van Meel: “We hebben vijf bijeenkomsten gehouden waar in totaal zo’n 300 mensen uit de wijken op af kwamen die ons veel waardevolle feedback gaven.” In een maand of vier werd er zo een stevig plan gemaakt, inclusief tekeningen en een financiële onderbouwing van hoe het Hart van Brabantpark eruit zou kunnen zien. Matthieu De Sevaux: “De kunst was om de ideeën zodanig tot een plan te smeden dat er ook een verdienmodel achter kwam te zitten. De basis van het plan was dat het duidelijke sociale functie moest hebben, dat het park een duurzaam karakter moest krijgen en dat er maatschappelijke activiteiten moesten plaatsvinden. Maar ook dat er commerciële activiteiten moesten plaatsvinden om geld te genereren en daarmee continuïteit. Er zaten al heel veel dingen in die later terug zijn gekomen in het Spoorpark, zoals horeca, beachvolleybalveld The Beach en de Kempentoren. Het grote verschil was dat het een coöperatief plan was. Alle partijen zouden het park gezamenlijk gaan exploiteren en burgers zouden het met obligaties mee gaan financieren. De businessmodellen versterkten elkaar. Het was geen vetpot, maar we konden aantonen dat we het park duurzaam in stand konden houden. Dat was ook de conclusie uit het haalbaarheidsonderzoek en gesprekken met externe deskundigen. Berend de Vries zag het plan wel zitten en zei: ‘ga er maar mee door’.

Lobby
Het is dan eind 2013 en de politieke partijen zijn allemaal druk met het maken van hun programma voor de gemeenteraadsverkiezingen in maart 2014. Om draagvlak voor hun plan voor het Hart van Brabantpark te krijgen gaan bestuursleden van de stichting alle raadsfracties af om hun idee te pitchen. Ook Lucien Kuijsters helpt met de lobby door het plan bij alle wethouders onder de aandacht te brengen. De reacties vanuit de Tilburgse politiek zijn zeer positief.


Plan van de Stichting Hart van Brabantpark uit 2015
Als eind april het nieuwe coalitieakkoord wordt gepresenteerd, zijn de bestuursleden van de Stichting Hart van Brabant dolblij met de paragraaf over het Van Gend en Loosterrein. Lucien Kuijsters: “Het was een een-op-een doorvertaling van het idee voor het Hart van Brabantpark, zoals dat door de gemeenteraad was goedgekeurd met de opdracht het verder te ontwikkelen tot een plan dat uitgevoerd kon worden.“ Letterlijk staat er in het coalitieakkoord: “Wij kiezen voor het Van Gend en Loosterrein een combinatie van groen en leisure. Oftewel in het midden een park met landelijke, groene activiteiten en aan de beide uiteinden ruimte voor vestiging van vrijetijdsvoorzieningen. Zolang er nog geen concrete plannen zijn, kunnen er tijdelijke activiteiten plaatsvinden, zoals een stadscamping of stadslandbouw. De betrokkenheid van de bewoners blijft voor ons belangrijk.” Volgens oud-wethouder Berend de Vries was deze paragraaf een compromis. “Ik wilde al langer de kans pakken om het VGL-terrein niet vol te bouwen en er een park realiseren, maar binnen de coalitie die na de verkiezingen van 2014 aantrad dacht niet iedereen daar zo over. De tekst in het Coalitieakkoord is een compromis dat ruimte laat voor de ontwikkeling van een park met ruimte voor diverse initiatieven vanuit de Tilburgse bevolking, maar dat tevens ruimte biedt aan bebouwing.”

Besluit
In juni 2014 besluit de gemeenteraad dat de gemeente samen met de stichting Hart van Brabant het plan kan verder vorm kan gaan geven ontwikkelen. Dat leidt na de zomer tot het collegebesluit dat er een regiegroep moet komen om het idee Hart van Brabantpark door te ontwikkelen tot een plan dat echt kan worden uitgevoerd. Daarbij wordt aangetekend dat het een park voor de hele stad moet worden en dat alle Tilburgers in de gelegenheid worden gesteld om met initiatieven te komen. Met de natte vinger stelt het College van B en W een miljoen euro beschikbaar om het park ook werkelijk te maken.

De regiegroep bestaat uit Bart Spijkers, Leo Kock, Bas Goossens, Matthieu de Sevaux, Tom ter Bekke en Huub Smulders. Ter Bekke is door de gemeente ingehuurd als projectleider vastgoedprojecten in de Spoorzone. Smulders is senior adviseur bij ERAC, een groot adviesbureau voor regionale ontwikkeling, en op dat moment werkzaam bij Midpoint. Hij is voorzitter van de regiegroep. Op de achtergrond speelt Fons Meijer een belangrijke rol. Sinds mei 2012 is hij programmadirecteur Spoorzone ambtelijk verantwoordelijk voor alles wat er in dat gebied gebeurt– van Koepelhal tot Van Gend en Loos-terrein.

Hoge verwachtingen
Met hoge verwachtingen schuiven de mannen van de Stichting Hart van Brabant na de zomer in 2014 aan tafel met Smulders en Ter Bekke. Ze hebben zin om door te pakken en zoals de gemeenteraad heeft gevraagd met een Plan van Aanpak voor een park op het Van Gend en Loos-terrein te komen. In hun ogen is hun idee voor het park al behoorlijk goed doortimmerd. Door de tekst in het coalitieakkoord, het applaus vanaf de zijlijn door wethouder Berend de Vries en de gemeenteraad zijn zij ervan overtuigd dat ze in de regiegroep hun plan samen met de gemeente verder gaan ontwikkelen. Voor hen is hun plan voor het Hart van Brabantpark, dat met de participatie van enkele honderden mensen tot stand is gekomen, behoorlijk heilig. Het is, naar hun idee, altijd mogelijk dat er nieuwe initiatieven vanuit de stad aan worden toegevoegd, maar die moeten dan wel passen binnen het verduurzamingsmodel van Van Meel en het idee van een coöperatie. Die twee zaken beschouwen zij als essentiële pijlers onder hun plan. Ook hoeven er voor hen op dat moment niet per se direct nieuwe initiatieven bij te komen. Dat mag ook in een latere fase gebeuren. Sterker nog: onderdeel van hun plan is om niet alle beschikbare grond meteen te gebruiken en in het ‘gele gebouwtje’ op de hoek van het park, waar nu Omroep Tilburg zetelt, De Broedplaats te vestigen. Een plek waar goede ideeën van Tilburgers doorontwikkeld kunnen worden en rijp gemaakt kunnen worden voor implementatie in het coöperatieve, duurzame park. De Broedplaats, een idee van Wiet van Meel, is tevens een mooi vehikel om ‘Tussenheid’ beter op de kaart te zetten, een initiatief waarmee hij net met enkele anderen is gestart om startende Tilburgse ondernemers te helpen.

Slechts een visie
Tom ter Bekke zit echter met een heel ander idee aan tafel. In zijn ogen, en die van wethouder Berend de Vries en zijn baas Fons Meijer, is het plan van de Stichting Hart van Brabant een interessante visie die het verdient om verder ontwikkeld te worden. Maar wel slechts een visie, dat nog lang geen plan is dat kan worden uitgevoerd. De weg die moet worden afgelegd om tot een plan te komen dat voor besluitvorming aan de raad kan worden voorgelegd is in zijn ogen nog lang. Ter Bekke: “De Stichting Hart van Brabant had formeel niet de status van een burgerinitiatief dat door de gemeente was uitgekozen om een park te ontwikkelen. Er was geen bestuurlijk besluit dat ik met hen verder kon uitwerken. Er lag een visie, die wellicht kon leiden tot een mooi levendig park, maar niets stond op dat moment vast. Er waren op dat moment bovendien ook nog andere opties voor de invulling van het Van Gend en Loos-terrein, zoals stadslandbouw, al hadden wethouder Berend de Vries en de gemeenteraad een sterke voorkeur voor een park. Er was een uitspraak in het coalitieakkoord, er was een miljoen beschikbaar en het moest op participerende wijze tot stand worden gebracht. Tilburgers moesten worden opgeroepen om met ideeën te komen. Het moest meer een plan van de hele stad worden.”

Frustraties
De twee verschillende gezichtspunten van waaruit de gemeente en de Stichting Hart van Brabant met elkaar aan tafel schuiven leidt gedurende het half jaar dat de regiegroep bestaat tot grote frustraties aan beide kanten. Uit gesprekken met de voormalige leden van de regiegroep doemt een Kafkaësk beeld op van hoe zij tot ergens in het voorjaar van 2015 met elkaar aan tafel hebben gezeten. Bart Spijkers: “Elke keer als wij stappen wilden zetten en meer informatie wilden, bijvoorbeeld over waterlopen onder de grond, grondprijzen, en groenonderhoud, werd dat geblokkeerd. Ook de argumentaties achter het niet leveren van de informatie is nooit duidelijk geworden. Tom ter Bekke was ongrijpbaar. Er was geen bereidheid om vragen van ons verder de gemeentelijke organisatie in te brengen. Hij werd daarin volgens mijn gevoel aangestuurd door zijn baas Fons Meijer. Die hield, volgens ons gevoel, alles tegen wat hem niet uitkwam.”

Zuur
Tom ter Bekke en Fons Meijer zeggen zich totaal niet in het beeld van Bart Spijkers te herkennen dat zij zaken bewust hebben achtergehouden of geblokkeerd. Fons Meijer: “Door de leden van de regiegroep werd heel vaak naar de gemeente gekeken en wij probeerden dat van ons af te organiseren. Als wij aan al die verzoeken voor informatie hadden voldaan dan had de gemeente een veel te zware rol in het proces gekregen. De gemeente moest dit oplossen, dat oplossen… In onze ogen hoorden die zaken eenvoudigweg niet op ons bord. Als de gemeente zoveel moest doen, konden we het net zo goed zelf inrichten en dat was nou net niet het idee.” Ter Bekke: “Als er echt inhoudelijke vragen waren over bijvoorbeeld een bestemmingsplan heb ik steeds geprobeerd die informatie zo goed mogelijk op te halen en dat weer te communiceren in de regiegroep.”

Ter Bekke vond zijn positie in de regiegroep wel ingewikkeld. “Als adviseur van het college ben ik gewend om toe te werken naar een besluit van het gemeentebestuur. Daarvoor moeten partijen zaken aanleveren en doet de gemeente dingen achter de schermen. In een dergelijke fase is het belangrijk om precies te weten wat de ruimte is die een burgerinitiatief heeft. Die ruimte was echter vaag, omdat er geen bestuurlijk besluit was waaruit de status van het burgerinitiatief bleek. Het formele kader bestond uit slechts die ene paragraaf in het coalitieakkoord, waarin het Hart van Brabant-park niet wordt genoemd. Er is nooit zwart op wit gezegd dat hun plan het plan was dat er ging komen. Dat klinkt rechtlijnig, maar zo werkt het. Dat dat zuur is, snap ik.”

Geen Wiet van Meel-park
Zijn rol in de regiegroep, zegt Ter Bekke, was faciliteren waar hij kon, door onder andere inhoudelijke vragen te beantwoorden en uit te leggen wat de mogelijkheden van de locatie waren. Daarnaast was het zijn taak om uit te vissen wat de plannen uiteindelijk zouden gaan kosten en om te beoordelen hoe de initiatiefnemers in het proces zitten. Dat het meer dan het gereserveerde bedrag van één miljoen euro zou worden, was voor hem wel duidelijk. “Maar mij ging het er in die fase vooral om om te zien hoe zij omgingen met de oproep die er moest komen om meer Tilburgers de kans te geven in het park te participeren. Die oproep kwam er niet. Het ging hen vooral om hun plan.” Bart Spijkers: “Die uitvraag is er niet gekomen, omdat we het met de gemeente niet eens werden over de voorwaarden waaraan initiatieven moesten voldoen. Voor ons was onderlinge samenhang en samenwerking tussen de initiatieven cruciaal.”


2014, de allereerste stadscamping op het terrein. Foto: Paula Anguita Van der Schaaf
“Het ingewikkelde aan de rol van Tom”, zegt Fons Meijer, “was dat hij daar namens de gemeente zat en dat de gemeente eigenlijk niet mee wilde doen. Wethouder Berend de Vries had ook duidelijk gezegd dat hij -en dus de gemeente- op zijn handen zou blijven zitten en zien wat er vanuit het burgerinitiatief zou ontstaan. Het belangrijkste op dat moment was dat er een gelijk speelveld voor alle Tilburgers werd gecreëerd en iedereen de kans kreeg om met ideeën voor een park te komen.” Het plan voor het Hart van Brabant-park voldeed daar -ondanks de betrokkenheid van enkele honderden mensen en tal van organisaties- nog lang niet aan, volgens hem. “Het top down-idee van het verduurzamingsmodel en de coöperatie vond ik strijdig met burgerparticipatie, omdat het feitelijk betekende dat ze zich daarmee de inrichting van het park toe-eigenden. Dat konden we vanuit de gemeente niet toestaan. Daarvoor was de ontwikkeling van het Van Gend en Loos-terrein te groot en te belangrijk. Het moest geen Wiet van Meel-park worden. Ik heb daar een clash met Van Meel over gehad. Die ging over openheid. Ik heb hem toen gezegd dat als hij dacht dat zij de bewoners vertegenwoordigden dat we dan geen zaken konden doen. Ik vond dat bewoners mondig genoeg waren om zelf met ideeën te komen. Dat was stevig en heeft ook zeker de toon gezet voor de verhoudingen tussen ons.” Voormalig wethouder Berend de Vries: “Het moest iets democratischer om voldoende politiek draagvlak voor een park te kunnen creëren. Door de relaties van de eerste groep met Midpoint en Lucien Kuijsters, zat het wel heel dicht bij de gemeentelijke organisatie. Het leek meer op een soort van uitverkoren burgerinitiatief. Ik zet trouwens vraagtekens bij het feit dat de bedenkers van het Hart van Brabant-park in de regiegroep zaten met de verwachting dat hun idee zou worden doorontwikkeld en uitgevoerd. Ze hoopten het wellicht, maar ook voor hen was het duidelijk dat hun visie moest worden opengegooid en dat iedereen de kans moest krijgen om met ideeën te komen.”

Transparant proces
Voormalig voorzitter Huub Smulders van de regiegroep herinnert zich dat er door de regiegroep wel gestart is met de voorbereiding voor een oproep aan alle Tilburgers om meer nieuwe ideeën te genereren. “Ik heb daar zelf nog antwoordformulieren voor gemaakt.” Het probleem, volgens Smulders, inmiddels algemeen directeur van ERAC B.V. was dat de makers van het plan voor het Hart van Brabantpark het gesprek in de regiegroep over een open proces bleven frustreren door keer op keer het gesprek aan tafel te sturen naar alleen hún plan. “Als dat de enige waarheid is waarover gesproken mag worden en iedereen er zo naar moet kijken als jij, terwijl de wereld van anderen er anders uitziet, met andere afbreukrisico’s en andere regels, dan heb je het eerste probleem al te pakken. Je moet in een cocreatief proces elkaars leefwerelden overbruggen. Ik heb dat geprobeerd, maar dat is me niet gelukt. De belangen van de gemeente en de bedenkers van het Hart van Brabantpark werden te zwartwit en soms te venijnig aan tafel gecommuniceerd; ‘hoe kan het nu zijn dat jij dit niet goed vindt? En hoe kan het nou dat jij niet snapt hoe grondexploitatie werkt?’ Als je zo tegen elkaar spreekt dan benoem je alleen steeds de verschillen en kom je nooit tot elkaar.” Daarnaast, zegt hij, werd de regiegroep en het proces dat zij geacht werd te doorlopen voortdurend gedwarsboomd doordat Wiet van Meel buiten de regiegroep om bij politici en bestuurders in het Brabantse bleef lobbyen voor meer draagvlak voor het idee van het Hart van Brabantpark. “Aan tafel ontvouwden zich keer op keer dingen waarvan ik dacht: wat nu weer? Wiet heeft veel contacten in de regio en bij de provincie en lobbyde er lustig op los om meer steun voor hun plan te krijgen. Keer op keer werd er aan tafel een nieuw beeld gecreëerd als er weer met politici en bestuurders, was gesproken. Dat maakte het onmogelijk om een transparant en rechtmatig proces te doorlopen.”

Eigen vlees keuren
Op een zeker moment was het wel duidelijk dat ze alleen het totaalconcept van het Hart van Brabantpark wilden realiseren, zoals ze dat eerder hadden bedacht, aldus Smulders. “Dat heb ik ook in een mail aan Berend de Vries geschreven, vlak voor het einde van deze regiegroep.” Ook, zegt hij, heeft hij dat met De Sevaux, Spijkers, en Goossens besproken en ze verteld dat als ze dat wilden, dat ze dan niet in de regiegroep c.q. beoordelingscommissie moesten zitten. “Het kon niet zo zijn dat de slager zijn eigen vlees ging keuren.”

Het beeld van de slager die zijn eigen vlees keurt, erkenden de leden van de Stichting Hart van Brabant ook. “Wij waren doorgegaan met de ontwikkeling van ons park,” zegt Matthieu De Sevaux, en we wilden allemaal een deel ervan zelf exploiteren. Van Bart Spijkers was dat vanaf het begin al duidelijk. Hij wilde daar aan de slag met zijn fysiopraktijk en beachvolleybal. Wiet wilde verder met de coöperatie en De Broedplaats, Dion met biodiversiteit, natuureducatie en stadslandbouw en ik was zelf tot de conclusie gekomen dat het mij als financiële man wel leuk leek om de exploitatie van het park op me te nemen.” Ze beseffen dat als ze allemaal zelf een rol in het park willen spelen ze niet tevens ook kunnen bepalen wie er verder wel en niet in het park iets mag gaan doen. In hun hoofden is het echter tevens onbestaanbaar dat zij géén rol in het park zullen gaan spelen. Als het gaat om wie er nog door een keuring heen moeten komen, zijn dat in hun beleving alleen nieuwe initiatieven. Zij hebben immers al ruim twee jaar hard gewerkt aan hun plan. Wiet van Meel: “Natuurlijk wilden we dat ons plan doorging.”

Toezegging in achterzak
In het voorjaar van 2015 trekken de initiatiefnemers de conclusie dat zij expertise in huis moeten halen om verder te komen met de ontwikkeling van het Hart van Brabant-park. Ze besluiten om enkele mensen -informeel- erbij te betrekken als adviseur: Johan Dunnewijk, op dat moment de net gepensioneerde CEO van woningcorporatie WonenBreburg, Philip Eijlander, rector magnificus van Tilburg University en Anita de Haas, voormalig journalist van het Brabants Dagblad en bestuurder bij diverse maatschappelijke en culturele organisaties. Lang duurt het adviseurschap van het drietal niet, want enkele maanden later besluiten de leden van Stichting Hart van Brabant uit de regiegroep te stappen. Wiet van Meel: “In de zomer van 2015 heb ik tegen de anderen gezegd dat we ons terug moesten trekken, omdat ik voorzag dat wij als vrijwilligers niet in staat zouden zijn het vervolg op onze schouders te nemen. Het was ons vak niet, we zouden er helemaal gek van worden omdat we met zo’n beetje alle afdelingen van de gemeente te maken zouden gaan krijgen, met allemaal hun eigen ideeën. Dat we dat niet eerder voorzagen, heeft te maken met onze onervarenheid. Niemand van ons had ooit zo’n groot project onder handen gehad.” Voordat hij aan de anderen voorstelt om uit de regiegroep te stappen, polst hij Johan Dunnewijk en Anita de Haas of zij eventueel bereid zijn de ontwikkeling van het park te gaan trekken. Dunnewijk heeft de ervaring en capaciteiten om een grote binnenstedelijke ontwikkeling als het park van de grond te tillen en hij heeft er tijd voor. “Ze zeiden meteen ja,” aldus Van Meel. Met die toezegging in de achterzak is het besluit om met de regiegroep te stoppen snel genomen en in het bijzijn van de groep belt hij Berend de Vries, ’s avonds op zijn mobiele telefoon, om hem hun besluit te vertellen en erop aan te dringen dat De Vries zo snel mogelijk Dunnewijk belt voor een afspraak. Bart Spijkers: “We waren ook moegestreden. Moe van het gebrek aan samenwerking met de gemeente. We wisten zeker dat we op de goede lijn zaten en voldoende betrokkenheid uit de stad georganiseerd hadden.”

Het besluit van de Stichting Hart van Brabant om uit de regiegroep te stappen en de overdracht van de scepter aan Johan Dunnewijk speelt zich volledig af buiten het gezichtsveld van voorzitter Huub Smulders. “Er is niets aan mij verteld. Op een gegeven moment was er gewoon geen vervolgvergadering meer gepland en heb ik ergens gelezen dat Johan Dunnewijk het roer overnam. Dat ik achter mijn rug uit mijn stoel ben gewipt, heb ik Wiet niet in dank afgenomen. Johan Dunnewijk heb ik nooit gesproken.”

Schone lei
De tweede regiegroep onder aanvoering van Johan Dunnewijk, gaat in het najaar van 2015 van start. Enkele maanden later wordt deze regiegroep omgezet in het bestuur van de Stichting Spoorpark. Anita de Haas gaat mee, Philip Eijlander haakt af omdat hij voor zo’n zware rol geen tijd heeft. Zijn plek wordt ingenomen door Noud Derks, oud-gemeentesecretaris van Tilburg en op dat moment directeur Projecten en Vastgoed bij de provincie Noord-Brabant. Verder parachuteert wijkraadvoorzitter Jan Goossens communicatieadviseur Frank Vermeulen, in de regiegroep/het bestuur van de nieuwe Stichting Spoorpark. Vermeulen, die in de Bomenbuurt woont, wordt door Goossens gezien als ‘linking pin’ met de wijken en zou in zijn ogen binnen de nieuwe regiegroep/bestuur de belangen van de omwonenden moeten behartigen. Al snel maakt Vermeulen duidelijk dat hij dat niet ziet zitten. “Ik kon er alleen op persoonlijke titel in zitten. Ik kan niet namens 5000 mensen praten.” Het is typerend voor onafhankelijke positie die het bestuur kiest. Vermeulen: “We begonnen met een schone lei.”

Belazerd voelen
Door de eis vanuit de gemeente -zowel van de raad als van wethouder Berend de Vries- dat de hele stad de kans moet krijgen om in het park te participeren, kiest de nieuwe regiegroep ervoor om het hele proces nieuw leven in te blazen door Tilburgers op te roepen om met ideeën te komen. Om de creativiteit in de stad aan te boren wordt er in de lokale media flink op de trom geslagen. Het bestuur van de stichting Hart van Brabant is door het uitschrijven van de prijsvraag behoorlijk van slag, met name Dion Heerkens, Bart Spijkers, Bas Klazen en Jan Goossens. Hun plan wordt hiermee volledig van tafel geveegd, terwijl ze verwachtten dat het nieuwe bestuur verder zou gaan bouwen op hun plan. Jan Goossens: “Voor de pitches had ik nog het vertrouwen dat ons plan voor 90 procent gerealiseerd zou worden. We konden ons gewoon niet voorstellen dat zo’n goed doortimmerd plan waar zoveel mensen aan hadden meegewerkt op dezelfde manier bekeken zou worden als nieuwe oppervlakkige plannetjes. Wij dachten dat de nieuwe regiegroep ervoor ging zorgen dat het ging lukken. Toen bleek dat we slechts één van de mogelijkheden waren geworden, deed dat flink zeer. Ik heb me echt belazerd gevoeld. We hadden hier zo lang en diepgaand aan gewerkt en dan krijgen we evenveel tijd om te pitchen als iemand die een standbeeld van zichzelf wilde.”

Pitch
De enige mogelijkheid die de initiatiefnemers voor het Hart van Brabantpark krijgen om nog een rol in het nieuwe park te kunnen spelen, is door hun coöperatieve plan op te knippen en afzonderlijk hun plannen in te dienen. Bart Spijkers en Dion Heerkens zijn de enigen die een idee hebben dat ook gerealiseerd zou kunnen worden zonder deel uit te maken van een coöperatie en leveren begin 2016 hun ideeën voor de ‘Beach’ (Spijkers) en stadslandbouw, educatie en biodiversiteit (Heerkens) in.

De Tilburgers krijgen de eerste drie maanden van 2016 de tijd om met plannen te komen. Uiteindelijk blijft de teller stilstaan op 82. De kwaliteit van de plannen lopen zwaar uiteen. “Sommige waren hilarisch, zoals een stilteplek,” aldus Frank Vermeulen. In de maanden erna krijgen alle indieners van plannen om hun idee in een korte pitch toe te lichten. Iedereen wordt gelijk behandeld, zo moest ook de stadscamping, die al op het terrein zat, pitchen. En dus ook Bart Spijkers en Dion Heerkens. Spijkers mag verder met de ontwikkeling van zijn ‘sport en bewegen-concept’ en met het beachvolleybalterrein, Dion Heerkens wordt door het bestuur afgeserveerd. “Mij is nooit duidelijk geworden waarom. Ik vermoed dat ze gewoon geen stadstuinderijachtige omgeving in het park wilden hebben,” aldus Heerkens. “De enige motivatie voor de afwijzing die ik heb gehoord, was dat Anita de Haas zei dat ik niet wilde samenwerken. Sorry hoor, maar dat vind ik nog steeds een klap in mijn gezicht. Mijn hele manier van werken is al tientallen jaren niets anders dan samenwerken.” Wijkraadvoorzitter Jan Goossens: “We hebben gevierd dat Bart gekozen was. Voor hem was het heel belangrijk, omdat het zijn droom was om zijn fysiotherapiepraktijk te kunnen verbreden met sporten. Daarna hebben we de pijn gedeeld door een stevige borrel te pakken.”

Energie
De overname van de regie door Johan Dunnewijk, Anita de Haas en Noud Derks, leidt bij de gemeente al snel tot vrolijke gezichten. “We waren er wel blij mee ja,” zegt Fons Meijer. “Eindelijk zagen we dat er concreet dingen gebeurden. Ze brachten er met hun energie de vaart in en -cruciaal- ze organiseerden een transparant en open proces waar de hele stad aan kon meedoen. Ze deden wat ze moesten doen.” Tom ter Bekke, die ook in de tweede regiegroep er namens de gemeente bij zat: “De groep van Johan Dunnewijk pakte het van begin af aan heel projectmatig aan, waardoor er over zaken als financiën, ontwerp en proces snel besluitvorming kon plaatsvinden. Zij trokken echt de kar.” Door die doortastendheid en overtuigingskracht kregen ze de gemeente ook relatief makkelijk mee als het ging om de extra miljoenen die nodig waren om tot een goed park te komen, legt Ter Bekke uit. “Het is heel slim geweest om het in het coalitieprogramma vast te leggen en daarna de stad de kans te geven om met ideeën te komen en veel reuring in de media eromheen te creëren. Daardoor was het voor de gemeenteraad bijna onmogelijk geworden om er nee tegen te zeggen, ook al kostte het miljoenen meer dan oorspronkelijk gedacht,” aldus Ter Bekke. Tijdens het ontwikkelingstraject van het Spoorpark steeg het budget van twee naar acht miljoen euro.

Hoezo cocreatie?
Uit alle pitches worden er acht ideeën uitgekozen om ‘parkrijp’ te worden gemaakt. Bij de doorontwikkeling van die ideeën en het maken c.q. tegen het licht houden van de businessplannen worden Wiet van Meel en Matthieu De Sevaux door het bestuur van de Stichting Spoorpark ingehuurd als adviseur. Samen met Bart Spijkers, zijn er zo toch weer drie mensen van de eerste regiegroep betrokken bij de ontwikkeling van het park. In die fase fietst Wiet van Meel in het verlengde van het Beachplan van Spijkers de komst van de Kempentoren in de plannen van het Spoorpark. De Kempentoren is gefinancierd door een aantal ondernemers met risicodragende leningen van de provincie Noord-Brabant en de Rabobank, dankzij een lobby van Van Meel. Bart Spijkers: “Als gekozen initiatieven doorliepen we met diverse adviseurs -onder wie Wiet en Matthieu- een heel traject over hoe we zouden gaan samenwerken, hoe we het terrein gingen vormgeven en hoe we het financieel-economisch in elkaar gingen steken. Vervolgens is het hele verhaal bij de landschapsarchitect neergelegd. Ik herkende in hun verhaal niet wat wij met zijn allen aan voorwerk hebben gedaan. Uiteindelijk konden we kiezen uit twee opties en hebben we gezegd: doe die dan maar. Er is niet samen met de kwartiermakers een park gemaakt, maar er is een park ontwikkeld waarin kwartiermakers een plek hebben gekregen. Hoezo cocreatie?”

Oppervlakkig
Ook de manier waarop de stad is betrokken bij het plan -via de prijsvraag- kan bij de mensen van het eerste uur op weinig applaus rekenen. Matthieu De Sevaux, van oorsprong bioloog: “De oproep om ideeën in te sturen is erg oppervlakkig. Wij hebben met tientallen partijen, burgers en deskundigen een lang traject doorlopen om een park te ontwikkelen vanuit een verduurzamingsfilosofie, waarin alle partijen met elkaar zouden samenwerken en ook gezamenlijk verantwoordelijk waren voor de exploitatie.

2017 Plattegrond Spoorpark
2017 Plattegrond Spoorpark
Nu bestaat het park uit allemaal eilandjes. Neem de horeca. Die kwam via stromannen uiteindelijk in handen van de grootste horecaman van Tilburg, de Brabo Groep van Rien van Linschoten. Het is een degelijke horecagelegenheid, maar het is niet onderscheidend. Wat was het mooi geweest, denk ik, als er horeca had gezeten, gerund door een jonge ambitieuze ondernemer die producten van boeren uit de regio in zijn keuken zou gebruiken staan en die met gezonde voeding een link met sport en bewegen van Bart en met de stadstuinderij van Dion had gehad. Wiet en ik doorzagen deze stromannenaanpak, hebben het bestuur hiervoor gewaarschuwd, maar het is er toch van gekomen. Ik vind het nog steeds een gemiste kans. Het komt zelden of nooit voor dat je de kans krijgt om in het centrum van een stad een nieuw park te maken. Wat er nu ligt, is degelijk, maar het park had ook een voorbeeld en een inspiratiebron voor een duurzamere samenleving kunnen zijn. Het had echt iets bijzonders kunnen zijn.”

Goede sier maken
Met de komst van het nieuwe bestuur kwam ook een einde aan de goede communicatie met de wijkraden, vertelt Jan Goossens. “We hebben geprobeerd om de participatie vanuit de wijken vorm en inhoud te geven, maar dat was gewoon niet meer te doen. Alles wat er door de aangrenzende wijken gezegd, werd gezien als een oneigenlijk belang. Johan Dunnewijk zei: we zijn er voor de hele stad, niet voor de buurten.”

Kenmerkend voor het bestuur van het Spoorpark, zegt Spijkers, is hun top-down benadering. Met zijn drieën bepalen zij welke koers er gevaren wordt. Voor mij is die aansturing van bovenaf niet geëigend in het geval van een burgerinitiatief. Door de gemeente en het bestuur van het Spoorpark wordt al jaren goede sier gemaakt met de slogan dat de ontwikkeling van het Spoorpark het ‘grootste burgerinitiatief van Nederland’ is. Ik denk dat daarop nogal wat is af te dingen. En niet in de laatste plaats doordat in publicaties van het huidige bestuur de ontwikkeling van het park steevast begint met het uitschrijven van de prijsvraag in 2016. Elke link met de periode daarvoor proberen ze tegen te houden. Zo mocht ik een tijd terug een stukje schrijven over mijn betrokkenheid bij het park. Mijn verhaal begint in 2013, met een droom, maar die datum moest eruit van Anita de Haas en Johan Dunnewijk. Dat moest veranderd worden in dat ik ‘drie jaar eerder in een ander traject’ bij het park betrokken was geraakt. Volgens Johan is het volstrekt onbeduidend wat er voor 2016 is gebeurd. Dat is niet alleen niet waar, het is een schandalige ontkenning van het werk van vele mensen. Zonder ons initiatief was er geen Spoorpark geweest.” Tom ter Bekke: “Als de Stichting Hart van Brabant geen plan had gemaakt, had er niets over in het coalitieakkoord gestaan en is het inderdaad zeer de vraag of er een Spoorpark was gekomen.”

Verwachtingen
Volgens Huub Smulders is het een fout van de gemeente is geweest door de verwachting te wekken dat het Hart van Brabant-park een serieuze optie was, onder andere door de haalbaarheidsstudie te subsidiëren, en in een latere fase te verlangen dat het proces werd opengesteld voor nieuwe ideeën. “Het plan voor het Hart van Brabantpark had eerst naast de gemeentelijke beleidsprocedures en alles wat daarbij komt kijken moeten worden gelegd. En iemand had moeten zeggen: laten we elkaar nu niet meteen wijsmaken dat het zeker is dat dit plan mogelijk is, want er komen nog heel veel vragen. Bijvoorbeeld over de exploitatie, hoe je de veiligheid regelt, wat er nodig is om een horecafunctie op het terrein te creëren, enzovoort. Laten we daarom eerst een proces inrichten om al die vragen boven tafel te krijgen en te beantwoorden. Wellicht dat dan blijkt dat jullie plan ook werkelijk kan worden uitgevoerd. Dat proces was er niet.” Smulders is van mening dat de gemeente die rol had moeten pakken, “want wat hier is gebeurd is een schoolvoorbeeld van hoe communicatie door de politiek heel vervelend kan uitpakken voor burgers. Politici zeggen makkelijk: ‘wat een goed initiatief, natuurlijk ondersteunen we jullie plan’, maar tegelijkertijd hebben ze altijd een heleboel vragen voordat ze er uiteindelijk geld instoppen. Het is misgegaan op het punt van verwachtingsmanagement en transparante communicatie.”

Niet duidelijk geweest
Verantwoordelijk wethouder Berend de Vries: “Ik zat er niet strak in”

Wethouder Berend de Vries – D66 bij de presentatie van het collegeakkoord in 2014 Foto: John Geerts
Verantwoordelijk wethouder Berend de Vries is het daarmee eens. De Vries: “Als gemeente zijn we in de fase van de eerste regiegroep niet voldoende duidelijk geweest over wat precies de rollen van de gemeente en het burgerinitiatief moesten zijn. We wisten dat we het initiatief niet moesten overnemen, maar ernaast moesten gaan staan. Maar dat is te abstract geweest. Je moet bij een grote opgave als dit steeds precies benoemen wie waarvoor aan de lat staat. Dat is een les. Ik zat er niet strak in. Nadat Johan Dunnewijk de regie had overgenomen ging het verkennen van die rollen door en naarmate het plan voor het park groter werd en er meer geld voor gereserveerd werd, werden de rollen van de gemeente en de Stichting Spoorpark scherper. Bij een regulier project heb je een standaardprocedure en staan alle afspraken die je moet maken van tevoren vast. In het geval van de ontwikkeling van het Spoorpark hebben we de exploratieve fase met de eerste regiegroep nodig gehad om de tweede fase goed te doorlopen. Je zou kunnen zeggen dat het een uit de hand gelopen burgerinitiatief is geweest met een prachtig park als resultaat. Een park trouwens dat ondanks alles voor een groot deel overeenkomt met het plan voor het Hart van Brabant-park. De initiatiefnemers van het Hart van Brabant-park verdienen een prominente plek in de geschiedenis van het Spoorpark.”

Wiet van Meel looft, los van alle weeffoutjes en discussies, de inzet van Dunnewijk, de Haas en Derks. “Zonder de tomeloze energie en belangeloze inzet van deze drie mensen was er ook niets van de grond gekomen. Het zou de gemeente Tilburg sieren een goede procesevaluatie op dit project los te laten.”

 

Dit verhaal is gerealiseerd met steun van het Tilburgs Mediafonds.

Het bestuur van het Spoorpark weigerde mee te werken aan dit verhaal.

Het Spoorpark is gebouwd op de schouders van een mislukt burgerinitiatief
Gastauteur maandag 20 februari 2023 27 min read

Het Van Gend en Loos-terrein in juni 2014. Foto: John Geerts

Volgens het bestuur van het Spoorpark startte de ontwikkeling van het park met hun aantreden in 2015. Echter, ruim drie jaar ervoor ging een groepje mannen al enthousiast aan de slag met de ontwikkeling van een park voor hetzelfde terrein: het Hart van Brabant-park. Zonder hun gedrevenheid en voorwerk was het Spoorpark er zo goed als zeker nooit gekomen. Een reconstructie van een burgerinitiatief waaraan met veel plezier en ambitie werd begonnen, maar dat eindigde in een wolk van frustraties.

Door Peter van Noppen

In de zomer van 2012 raakt Lucien Kuijsters, programmamanager Spoorzone bij de gemeente Tilburg, aan de praat met Wiet van Meel op een netwerkborrel in Brussel van adviesbureau ERAC uit Den Bosch. Van Meel is in Brabantse bestuurlijke kringen een bekende adviseur op het gebied van economische, maatschappelijke en ruimtelijke projecten. De twee kennen elkaar niet, maar al snel raken ze in gesprek over het Van Gend en Loos-terrein in het centrum van Tilburg, waarvoor een goede bestemming moet worden gevonden. In dat gesprek noemt Kuijsters het al langer binnen de gemeente rondzingende idee om er een park van te maken. Een idee dat Van Meel meteen aanspreekt. De programmamanager is op zijn beurt erg gecharmeerd van het enthousiasme waarmee Van Meel zijn ‘verduurzamingsmodel’ uitlegt, een methode om verduurzamend ruimtelijke, maatschappelijke en economische ontwikkelingen van onderop tot stand te brengen.


Mei 2013, het Van Gend en Loos-terrein met alle spoorrails foto: John Geerts
Dat idee van een park op die plek, zegt Kuijsters, kwam niet uit de lucht vallen. “Midpoint had een paar jaar daarvoor een regionale visie ontwikkeld op ‘leisure’, de leisureboulevard. Daarin werd het VGL-terrein met stip aangewezen voor een leisureinvulling. Verder was een paar jaar eerder een motie van Marieke Moorman door de raad aangenomen waarin stond dat er 3,5 hectare groen in de Spoorzone moest komen, waarvan minimaal 1 hectare op het VGL-terrein. En in 2010 was in de Nota Groen al voorgesteld om daar een stadspark te maken, onder de naam ‘Arrangement op het VGL-terrein’. De bestemming moest dus ‘leisure zijn met een duidelijke groencomponent’. Dat was bestuurlijk verankerd.” Ook persoonlijk zag Kuijsters graag een park op die plek gerealiseerd. “Tilburg is gewoon een erg stenige stad. Al decennialang werd er gepleit voor meer groen in de binnenstad, maar er kwam nooit iets van terecht, op wat kleine dingetjes na. Het VGL-terrein was de enige locatie om een substantiële groene invulling te realiseren. De bestuurlijke basis was er en bovendien paste het financieel ook, omdat de boekwaarde van het terrein erg laag was: er hoefde daardoor niet per se flink gebouwd te worden om het terrein rendabel te maken.”

Verduurzamingsmodel
Begin 2013, een half jaar na hun ontmoeting in Brussel, nodigt Lucien Kuijsters Wiet van Meel uit voor een brainstormbijeenkomst voor de invulling van het VGL-terrein. Plaats


Van Gend en Loos-terrein in 2010
van handeling is het Deprez-gebouw in de Spoorzone. Naast een verzameling ingenieursbureaus, herinnert Wiet van Meel zich, liep er ‘wat loslopend spul’ rond, zoals hijzelf. Ook mensen die hij kende, zoals fysiotherapeut en voorzitter van volleybalvereniging Beach Tilburg Bart Spijkers en Dion Heerkens, een ‘groene jongen’ met een schat aan ervaring in de biologische landbouw. Bart Spijkers dropte tijdens die brainstorm het idee voor ‘een bak zand’ voor de beachvolleybalclub, die moesten en wilden verhuizen van het terrein van Were Di Tilburg. Wiet van Meel: “Na die bijeenkomst heb ik Heerkens en Spijkers bij elkaar gehaald en tegen hen gezegd dat ik er wel brood in zag om samen met hen te gaan werken aan een idee voor een park. Maar alleen als we het gingen verduurzamen volgens het door mij ontwikkelde model. Er moest een maatschappelijke, een ruimtelijke en een economische component in zitten. Spijkers was met sport de maatschappelijke lijn en Heerkens wilde iets met stadslandbouw, biodiversiteit en natuureducatie. Ruimte, en economie was -altijd al- mijn ding.”

Enthousiasme
Het driemanschap Van Meel, Spijkers en Heerkens wordt begin 2013 al snel uitgebreid met Jan Goossens, voorzitter van bewonersvereniging Noordhoek, Matthieu De Sevaux, oud-directeur van Safaripark Beekse Bergen en Bas Klazen, voorzitter van wijkraad Goirke-Hasselt-Bouwmeesterbuurt.


Mei 2013, sloop van de gebouwen op het Van Gend en Loos-terrein foto: John Geerts
Samen richten de zes mannen de Stichting Hart van Brabant op, van waaruit het idee voor het park op het VGL-terrein moet worden vormgegeven. Bart Spijkers: “Het idee was om een park te ontwikkelen op basis van burgerparticipatie. Wiet legde daarom ook al snel het contact met de voorzitters van de wijkraden van de twee aan het VGL-terrein grenzende wijken. “Die bewoners daar zouden op termijn het meeste met het park verbonden zijn. Het was logisch om die wijkraden en hun achterban vanaf het begin bij het proces te betrekken,” aldus Wiet van Meel.

Het enthousiasme om iets moois van de grond te tillen was groot, vertelt Matthieu De Sevaux. “Wiet was daarvan echt de aanjager, hij had heel veel ideeën over hoe het park als coöperatie geëxploiteerd zou kunnen worden. Toen na enkele brainstormrondes na een paar weken de behoefte ontstond om het concreter te maken, besloten we een haalbaarheidsstudie te doen. Wiet regelde daarvoor een budget bij de gemeente en Midpoint,” aldus De Sevaux.

Burgerparticipatie
Voor de haalbaarheidsstudie wordt een stevig burgerparticipatietraject opgezet. Organisatieadviseur Leo Kock, een goede bekende van Dion Heerkens en Wiet van Meel, wordt aangetrokken voor de organisatie en verslaglegging ervan. In de begeleidingsgroep zitten naast Wiet van Meel, Matthieu De Sevaux en Bart Spijkers ook Spoorzonedirecteur Lucien Kuijsters van de Gemeente Tilburg en projectmanager Frank Boss van Midpoint. Leo Kock: “Mijn taak was het om de inspraak vanuit de stad te organiseren. We hebben twee grote bijeenkomsten georganiseerd in de Catharinakapel in de Lange Nieuwstraat. Zo’n zestig partijen, variërend van bewoners uit de aangrenzende wijken, tot kleinere en g


Maart 2014 Bijeenkomst in Wijkcentrum In de Boomtak over het Van Gend en Loos-terrein.
rote organisaties, zoals Tilburg University, CZ, de Nationale Hogeschool voor Toerisme en Verkeer (NHTV, nu Breda University of Applied Sciences) en welzijnsorganisatie Contour de Twern deden mee aan die sessies.” Bart Spijkers: “Tijdens die sessies in de Catharinakapel werkten we in thematische groepen, zoals sport en gezondheid, horeca, biodiversiteit etc. De groepen presenteerden hun op andere momenten gemaakte plannen aan de anderen en die gaven daar dan weer feedback op. Er werd zo een schat aan ideeën en inzichten opgehaald. We hadden 8 werkgroepen en in elke werkgroep zaten een man of tien. Zo’n 70 tot 80 mensen, waarvan het merendeel ook een achterban had, deed actief mee.”

Coöperatie
Na de zomer van 2013 werken Van Meel, Spijkers, De Sevaux en Heerkens, Goossens en Klazen, in samenwerking met Midpoint en de NHTV het plan voor het Hart van Brabantpark verder uit. Tijdens dat proces wordt er meerdere malen een presentatie gegeven van de stand van zaken in wijkcentra In de Boomtak en De Poorten, om de connectie met bewoners van de aangrenzende wijken bij de planvorming betrokken te houden. Wiet van Meel: “We hebben vijf bijeenkomsten gehouden waar in totaal zo’n 300 mensen uit de wijken op af kwamen die ons veel waardevolle feedback gaven.” In een maand of vier werd er zo een stevig plan gemaakt, inclusief tekeningen en een financiële onderbouwing van hoe het Hart van Brabantpark eruit zou kunnen zien. Matthieu De Sevaux: “De kunst was om de ideeën zodanig tot een plan te smeden dat er ook een verdienmodel achter kwam te zitten. De basis van het plan was dat het duidelijke sociale functie moest hebben, dat het park een duurzaam karakter moest krijgen en dat er maatschappelijke activiteiten moesten plaatsvinden. Maar ook dat er commerciële activiteiten moesten plaatsvinden om geld te genereren en daarmee continuïteit. Er zaten al heel veel dingen in die later terug zijn gekomen in het Spoorpark, zoals horeca, beachvolleybalveld The Beach en de Kempentoren. Het grote verschil was dat het een coöperatief plan was. Alle partijen zouden het park gezamenlijk gaan exploiteren en burgers zouden het met obligaties mee gaan financieren. De businessmodellen versterkten elkaar. Het was geen vetpot, maar we konden aantonen dat we het park duurzaam in stand konden houden. Dat was ook de conclusie uit het haalbaarheidsonderzoek en gesprekken met externe deskundigen. Berend de Vries zag het plan wel zitten en zei: ‘ga er maar mee door’.

Lobby
Het is dan eind 2013 en de politieke partijen zijn allemaal druk met het maken van hun programma voor de gemeenteraadsverkiezingen in maart 2014. Om draagvlak voor hun plan voor het Hart van Brabantpark te krijgen gaan bestuursleden van de stichting alle raadsfracties af om hun idee te pitchen. Ook Lucien Kuijsters helpt met de lobby door het plan bij alle wethouders onder de aandacht te brengen. De reacties vanuit de Tilburgse politiek zijn zeer positief.


Plan van de Stichting Hart van Brabantpark uit 2015
Als eind april het nieuwe coalitieakkoord wordt gepresenteerd, zijn de bestuursleden van de Stichting Hart van Brabant dolblij met de paragraaf over het Van Gend en Loosterrein. Lucien Kuijsters: “Het was een een-op-een doorvertaling van het idee voor het Hart van Brabantpark, zoals dat door de gemeenteraad was goedgekeurd met de opdracht het verder te ontwikkelen tot een plan dat uitgevoerd kon worden.“ Letterlijk staat er in het coalitieakkoord: “Wij kiezen voor het Van Gend en Loosterrein een combinatie van groen en leisure. Oftewel in het midden een park met landelijke, groene activiteiten en aan de beide uiteinden ruimte voor vestiging van vrijetijdsvoorzieningen. Zolang er nog geen concrete plannen zijn, kunnen er tijdelijke activiteiten plaatsvinden, zoals een stadscamping of stadslandbouw. De betrokkenheid van de bewoners blijft voor ons belangrijk.” Volgens oud-wethouder Berend de Vries was deze paragraaf een compromis. “Ik wilde al langer de kans pakken om het VGL-terrein niet vol te bouwen en er een park realiseren, maar binnen de coalitie die na de verkiezingen van 2014 aantrad dacht niet iedereen daar zo over. De tekst in het Coalitieakkoord is een compromis dat ruimte laat voor de ontwikkeling van een park met ruimte voor diverse initiatieven vanuit de Tilburgse bevolking, maar dat tevens ruimte biedt aan bebouwing.”

Besluit
In juni 2014 besluit de gemeenteraad dat de gemeente samen met de stichting Hart van Brabant het plan kan verder vorm kan gaan geven ontwikkelen. Dat leidt na de zomer tot het collegebesluit dat er een regiegroep moet komen om het idee Hart van Brabantpark door te ontwikkelen tot een plan dat echt kan worden uitgevoerd. Daarbij wordt aangetekend dat het een park voor de hele stad moet worden en dat alle Tilburgers in de gelegenheid worden gesteld om met initiatieven te komen. Met de natte vinger stelt het College van B en W een miljoen euro beschikbaar om het park ook werkelijk te maken.

De regiegroep bestaat uit Bart Spijkers, Leo Kock, Bas Goossens, Matthieu de Sevaux, Tom ter Bekke en Huub Smulders. Ter Bekke is door de gemeente ingehuurd als projectleider vastgoedprojecten in de Spoorzone. Smulders is senior adviseur bij ERAC, een groot adviesbureau voor regionale ontwikkeling, en op dat moment werkzaam bij Midpoint. Hij is voorzitter van de regiegroep. Op de achtergrond speelt Fons Meijer een belangrijke rol. Sinds mei 2012 is hij programmadirecteur Spoorzone ambtelijk verantwoordelijk voor alles wat er in dat gebied gebeurt– van Koepelhal tot Van Gend en Loos-terrein.

Hoge verwachtingen
Met hoge verwachtingen schuiven de mannen van de Stichting Hart van Brabant na de zomer in 2014 aan tafel met Smulders en Ter Bekke. Ze hebben zin om door te pakken en zoals de gemeenteraad heeft gevraagd met een Plan van Aanpak voor een park op het Van Gend en Loos-terrein te komen. In hun ogen is hun idee voor het park al behoorlijk goed doortimmerd. Door de tekst in het coalitieakkoord, het applaus vanaf de zijlijn door wethouder Berend de Vries en de gemeenteraad zijn zij ervan overtuigd dat ze in de regiegroep hun plan samen met de gemeente verder gaan ontwikkelen. Voor hen is hun plan voor het Hart van Brabantpark, dat met de participatie van enkele honderden mensen tot stand is gekomen, behoorlijk heilig. Het is, naar hun idee, altijd mogelijk dat er nieuwe initiatieven vanuit de stad aan worden toegevoegd, maar die moeten dan wel passen binnen het verduurzamingsmodel van Van Meel en het idee van een coöperatie. Die twee zaken beschouwen zij als essentiële pijlers onder hun plan. Ook hoeven er voor hen op dat moment niet per se direct nieuwe initiatieven bij te komen. Dat mag ook in een latere fase gebeuren. Sterker nog: onderdeel van hun plan is om niet alle beschikbare grond meteen te gebruiken en in het ‘gele gebouwtje’ op de hoek van het park, waar nu Omroep Tilburg zetelt, De Broedplaats te vestigen. Een plek waar goede ideeën van Tilburgers doorontwikkeld kunnen worden en rijp gemaakt kunnen worden voor implementatie in het coöperatieve, duurzame park. De Broedplaats, een idee van Wiet van Meel, is tevens een mooi vehikel om ‘Tussenheid’ beter op de kaart te zetten, een initiatief waarmee hij net met enkele anderen is gestart om startende Tilburgse ondernemers te helpen.

Slechts een visie
Tom ter Bekke zit echter met een heel ander idee aan tafel. In zijn ogen, en die van wethouder Berend de Vries en zijn baas Fons Meijer, is het plan van de Stichting Hart van Brabant een interessante visie die het verdient om verder ontwikkeld te worden. Maar wel slechts een visie, dat nog lang geen plan is dat kan worden uitgevoerd. De weg die moet worden afgelegd om tot een plan te komen dat voor besluitvorming aan de raad kan worden voorgelegd is in zijn ogen nog lang. Ter Bekke: “De Stichting Hart van Brabant had formeel niet de status van een burgerinitiatief dat door de gemeente was uitgekozen om een park te ontwikkelen. Er was geen bestuurlijk besluit dat ik met hen verder kon uitwerken. Er lag een visie, die wellicht kon leiden tot een mooi levendig park, maar niets stond op dat moment vast. Er waren op dat moment bovendien ook nog andere opties voor de invulling van het Van Gend en Loos-terrein, zoals stadslandbouw, al hadden wethouder Berend de Vries en de gemeenteraad een sterke voorkeur voor een park. Er was een uitspraak in het coalitieakkoord, er was een miljoen beschikbaar en het moest op participerende wijze tot stand worden gebracht. Tilburgers moesten worden opgeroepen om met ideeën te komen. Het moest meer een plan van de hele stad worden.”

Frustraties
De twee verschillende gezichtspunten van waaruit de gemeente en de Stichting Hart van Brabant met elkaar aan tafel schuiven leidt gedurende het half jaar dat de regiegroep bestaat tot grote frustraties aan beide kanten. Uit gesprekken met de voormalige leden van de regiegroep doemt een Kafkaësk beeld op van hoe zij tot ergens in het voorjaar van 2015 met elkaar aan tafel hebben gezeten. Bart Spijkers: “Elke keer als wij stappen wilden zetten en meer informatie wilden, bijvoorbeeld over waterlopen onder de grond, grondprijzen, en groenonderhoud, werd dat geblokkeerd. Ook de argumentaties achter het niet leveren van de informatie is nooit duidelijk geworden. Tom ter Bekke was ongrijpbaar. Er was geen bereidheid om vragen van ons verder de gemeentelijke organisatie in te brengen. Hij werd daarin volgens mijn gevoel aangestuurd door zijn baas Fons Meijer. Die hield, volgens ons gevoel, alles tegen wat hem niet uitkwam.”

Zuur
Tom ter Bekke en Fons Meijer zeggen zich totaal niet in het beeld van Bart Spijkers te herkennen dat zij zaken bewust hebben achtergehouden of geblokkeerd. Fons Meijer: “Door de leden van de regiegroep werd heel vaak naar de gemeente gekeken en wij probeerden dat van ons af te organiseren. Als wij aan al die verzoeken voor informatie hadden voldaan dan had de gemeente een veel te zware rol in het proces gekregen. De gemeente moest dit oplossen, dat oplossen… In onze ogen hoorden die zaken eenvoudigweg niet op ons bord. Als de gemeente zoveel moest doen, konden we het net zo goed zelf inrichten en dat was nou net niet het idee.” Ter Bekke: “Als er echt inhoudelijke vragen waren over bijvoorbeeld een bestemmingsplan heb ik steeds geprobeerd die informatie zo goed mogelijk op te halen en dat weer te communiceren in de regiegroep.”

Ter Bekke vond zijn positie in de regiegroep wel ingewikkeld. “Als adviseur van het college ben ik gewend om toe te werken naar een besluit van het gemeentebestuur. Daarvoor moeten partijen zaken aanleveren en doet de gemeente dingen achter de schermen. In een dergelijke fase is het belangrijk om precies te weten wat de ruimte is die een burgerinitiatief heeft. Die ruimte was echter vaag, omdat er geen bestuurlijk besluit was waaruit de status van het burgerinitiatief bleek. Het formele kader bestond uit slechts die ene paragraaf in het coalitieakkoord, waarin het Hart van Brabant-park niet wordt genoemd. Er is nooit zwart op wit gezegd dat hun plan het plan was dat er ging komen. Dat klinkt rechtlijnig, maar zo werkt het. Dat dat zuur is, snap ik.”

Geen Wiet van Meel-park
Zijn rol in de regiegroep, zegt Ter Bekke, was faciliteren waar hij kon, door onder andere inhoudelijke vragen te beantwoorden en uit te leggen wat de mogelijkheden van de locatie waren. Daarnaast was het zijn taak om uit te vissen wat de plannen uiteindelijk zouden gaan kosten en om te beoordelen hoe de initiatiefnemers in het proces zitten. Dat het meer dan het gereserveerde bedrag van één miljoen euro zou worden, was voor hem wel duidelijk. “Maar mij ging het er in die fase vooral om om te zien hoe zij omgingen met de oproep die er moest komen om meer Tilburgers de kans te geven in het park te participeren. Die oproep kwam er niet. Het ging hen vooral om hun plan.” Bart Spijkers: “Die uitvraag is er niet gekomen, omdat we het met de gemeente niet eens werden over de voorwaarden waaraan initiatieven moesten voldoen. Voor ons was onderlinge samenhang en samenwerking tussen de initiatieven cruciaal.”


2014, de allereerste stadscamping op het terrein. Foto: Paula Anguita Van der Schaaf
“Het ingewikkelde aan de rol van Tom”, zegt Fons Meijer, “was dat hij daar namens de gemeente zat en dat de gemeente eigenlijk niet mee wilde doen. Wethouder Berend de Vries had ook duidelijk gezegd dat hij -en dus de gemeente- op zijn handen zou blijven zitten en zien wat er vanuit het burgerinitiatief zou ontstaan. Het belangrijkste op dat moment was dat er een gelijk speelveld voor alle Tilburgers werd gecreëerd en iedereen de kans kreeg om met ideeën voor een park te komen.” Het plan voor het Hart van Brabant-park voldeed daar -ondanks de betrokkenheid van enkele honderden mensen en tal van organisaties- nog lang niet aan, volgens hem. “Het top down-idee van het verduurzamingsmodel en de coöperatie vond ik strijdig met burgerparticipatie, omdat het feitelijk betekende dat ze zich daarmee de inrichting van het park toe-eigenden. Dat konden we vanuit de gemeente niet toestaan. Daarvoor was de ontwikkeling van het Van Gend en Loos-terrein te groot en te belangrijk. Het moest geen Wiet van Meel-park worden. Ik heb daar een clash met Van Meel over gehad. Die ging over openheid. Ik heb hem toen gezegd dat als hij dacht dat zij de bewoners vertegenwoordigden dat we dan geen zaken konden doen. Ik vond dat bewoners mondig genoeg waren om zelf met ideeën te komen. Dat was stevig en heeft ook zeker de toon gezet voor de verhoudingen tussen ons.” Voormalig wethouder Berend de Vries: “Het moest iets democratischer om voldoende politiek draagvlak voor een park te kunnen creëren. Door de relaties van de eerste groep met Midpoint en Lucien Kuijsters, zat het wel heel dicht bij de gemeentelijke organisatie. Het leek meer op een soort van uitverkoren burgerinitiatief. Ik zet trouwens vraagtekens bij het feit dat de bedenkers van het Hart van Brabant-park in de regiegroep zaten met de verwachting dat hun idee zou worden doorontwikkeld en uitgevoerd. Ze hoopten het wellicht, maar ook voor hen was het duidelijk dat hun visie moest worden opengegooid en dat iedereen de kans moest krijgen om met ideeën te komen.”

Transparant proces
Voormalig voorzitter Huub Smulders van de regiegroep herinnert zich dat er door de regiegroep wel gestart is met de voorbereiding voor een oproep aan alle Tilburgers om meer nieuwe ideeën te genereren. “Ik heb daar zelf nog antwoordformulieren voor gemaakt.” Het probleem, volgens Smulders, inmiddels algemeen directeur van ERAC B.V. was dat de makers van het plan voor het Hart van Brabantpark het gesprek in de regiegroep over een open proces bleven frustreren door keer op keer het gesprek aan tafel te sturen naar alleen hún plan. “Als dat de enige waarheid is waarover gesproken mag worden en iedereen er zo naar moet kijken als jij, terwijl de wereld van anderen er anders uitziet, met andere afbreukrisico’s en andere regels, dan heb je het eerste probleem al te pakken. Je moet in een cocreatief proces elkaars leefwerelden overbruggen. Ik heb dat geprobeerd, maar dat is me niet gelukt. De belangen van de gemeente en de bedenkers van het Hart van Brabantpark werden te zwartwit en soms te venijnig aan tafel gecommuniceerd; ‘hoe kan het nu zijn dat jij dit niet goed vindt? En hoe kan het nou dat jij niet snapt hoe grondexploitatie werkt?’ Als je zo tegen elkaar spreekt dan benoem je alleen steeds de verschillen en kom je nooit tot elkaar.” Daarnaast, zegt hij, werd de regiegroep en het proces dat zij geacht werd te doorlopen voortdurend gedwarsboomd doordat Wiet van Meel buiten de regiegroep om bij politici en bestuurders in het Brabantse bleef lobbyen voor meer draagvlak voor het idee van het Hart van Brabantpark. “Aan tafel ontvouwden zich keer op keer dingen waarvan ik dacht: wat nu weer? Wiet heeft veel contacten in de regio en bij de provincie en lobbyde er lustig op los om meer steun voor hun plan te krijgen. Keer op keer werd er aan tafel een nieuw beeld gecreëerd als er weer met politici en bestuurders, was gesproken. Dat maakte het onmogelijk om een transparant en rechtmatig proces te doorlopen.”

Eigen vlees keuren
Op een zeker moment was het wel duidelijk dat ze alleen het totaalconcept van het Hart van Brabantpark wilden realiseren, zoals ze dat eerder hadden bedacht, aldus Smulders. “Dat heb ik ook in een mail aan Berend de Vries geschreven, vlak voor het einde van deze regiegroep.” Ook, zegt hij, heeft hij dat met De Sevaux, Spijkers, en Goossens besproken en ze verteld dat als ze dat wilden, dat ze dan niet in de regiegroep c.q. beoordelingscommissie moesten zitten. “Het kon niet zo zijn dat de slager zijn eigen vlees ging keuren.”

Het beeld van de slager die zijn eigen vlees keurt, erkenden de leden van de Stichting Hart van Brabant ook. “Wij waren doorgegaan met de ontwikkeling van ons park,” zegt Matthieu De Sevaux, en we wilden allemaal een deel ervan zelf exploiteren. Van Bart Spijkers was dat vanaf het begin al duidelijk. Hij wilde daar aan de slag met zijn fysiopraktijk en beachvolleybal. Wiet wilde verder met de coöperatie en De Broedplaats, Dion met biodiversiteit, natuureducatie en stadslandbouw en ik was zelf tot de conclusie gekomen dat het mij als financiële man wel leuk leek om de exploitatie van het park op me te nemen.” Ze beseffen dat als ze allemaal zelf een rol in het park willen spelen ze niet tevens ook kunnen bepalen wie er verder wel en niet in het park iets mag gaan doen. In hun hoofden is het echter tevens onbestaanbaar dat zij géén rol in het park zullen gaan spelen. Als het gaat om wie er nog door een keuring heen moeten komen, zijn dat in hun beleving alleen nieuwe initiatieven. Zij hebben immers al ruim twee jaar hard gewerkt aan hun plan. Wiet van Meel: “Natuurlijk wilden we dat ons plan doorging.”

Toezegging in achterzak
In het voorjaar van 2015 trekken de initiatiefnemers de conclusie dat zij expertise in huis moeten halen om verder te komen met de ontwikkeling van het Hart van Brabant-park. Ze besluiten om enkele mensen -informeel- erbij te betrekken als adviseur: Johan Dunnewijk, op dat moment de net gepensioneerde CEO van woningcorporatie WonenBreburg, Philip Eijlander, rector magnificus van Tilburg University en Anita de Haas, voormalig journalist van het Brabants Dagblad en bestuurder bij diverse maatschappelijke en culturele organisaties. Lang duurt het adviseurschap van het drietal niet, want enkele maanden later besluiten de leden van Stichting Hart van Brabant uit de regiegroep te stappen. Wiet van Meel: “In de zomer van 2015 heb ik tegen de anderen gezegd dat we ons terug moesten trekken, omdat ik voorzag dat wij als vrijwilligers niet in staat zouden zijn het vervolg op onze schouders te nemen. Het was ons vak niet, we zouden er helemaal gek van worden omdat we met zo’n beetje alle afdelingen van de gemeente te maken zouden gaan krijgen, met allemaal hun eigen ideeën. Dat we dat niet eerder voorzagen, heeft te maken met onze onervarenheid. Niemand van ons had ooit zo’n groot project onder handen gehad.” Voordat hij aan de anderen voorstelt om uit de regiegroep te stappen, polst hij Johan Dunnewijk en Anita de Haas of zij eventueel bereid zijn de ontwikkeling van het park te gaan trekken. Dunnewijk heeft de ervaring en capaciteiten om een grote binnenstedelijke ontwikkeling als het park van de grond te tillen en hij heeft er tijd voor. “Ze zeiden meteen ja,” aldus Van Meel. Met die toezegging in de achterzak is het besluit om met de regiegroep te stoppen snel genomen en in het bijzijn van de groep belt hij Berend de Vries, ’s avonds op zijn mobiele telefoon, om hem hun besluit te vertellen en erop aan te dringen dat De Vries zo snel mogelijk Dunnewijk belt voor een afspraak. Bart Spijkers: “We waren ook moegestreden. Moe van het gebrek aan samenwerking met de gemeente. We wisten zeker dat we op de goede lijn zaten en voldoende betrokkenheid uit de stad georganiseerd hadden.”

Het besluit van de Stichting Hart van Brabant om uit de regiegroep te stappen en de overdracht van de scepter aan Johan Dunnewijk speelt zich volledig af buiten het gezichtsveld van voorzitter Huub Smulders. “Er is niets aan mij verteld. Op een gegeven moment was er gewoon geen vervolgvergadering meer gepland en heb ik ergens gelezen dat Johan Dunnewijk het roer overnam. Dat ik achter mijn rug uit mijn stoel ben gewipt, heb ik Wiet niet in dank afgenomen. Johan Dunnewijk heb ik nooit gesproken.”

Schone lei
De tweede regiegroep onder aanvoering van Johan Dunnewijk, gaat in het najaar van 2015 van start. Enkele maanden later wordt deze regiegroep omgezet in het bestuur van de Stichting Spoorpark. Anita de Haas gaat mee, Philip Eijlander haakt af omdat hij voor zo’n zware rol geen tijd heeft. Zijn plek wordt ingenomen door Noud Derks, oud-gemeentesecretaris van Tilburg en op dat moment directeur Projecten en Vastgoed bij de provincie Noord-Brabant. Verder parachuteert wijkraadvoorzitter Jan Goossens communicatieadviseur Frank Vermeulen, in de regiegroep/het bestuur van de nieuwe Stichting Spoorpark. Vermeulen, die in de Bomenbuurt woont, wordt door Goossens gezien als ‘linking pin’ met de wijken en zou in zijn ogen binnen de nieuwe regiegroep/bestuur de belangen van de omwonenden moeten behartigen. Al snel maakt Vermeulen duidelijk dat hij dat niet ziet zitten. “Ik kon er alleen op persoonlijke titel in zitten. Ik kan niet namens 5000 mensen praten.” Het is typerend voor onafhankelijke positie die het bestuur kiest. Vermeulen: “We begonnen met een schone lei.”

Belazerd voelen
Door de eis vanuit de gemeente -zowel van de raad als van wethouder Berend de Vries- dat de hele stad de kans moet krijgen om in het park te participeren, kiest de nieuwe regiegroep ervoor om het hele proces nieuw leven in te blazen door Tilburgers op te roepen om met ideeën te komen. Om de creativiteit in de stad aan te boren wordt er in de lokale media flink op de trom geslagen. Het bestuur van de stichting Hart van Brabant is door het uitschrijven van de prijsvraag behoorlijk van slag, met name Dion Heerkens, Bart Spijkers, Bas Klazen en Jan Goossens. Hun plan wordt hiermee volledig van tafel geveegd, terwijl ze verwachtten dat het nieuwe bestuur verder zou gaan bouwen op hun plan. Jan Goossens: “Voor de pitches had ik nog het vertrouwen dat ons plan voor 90 procent gerealiseerd zou worden. We konden ons gewoon niet voorstellen dat zo’n goed doortimmerd plan waar zoveel mensen aan hadden meegewerkt op dezelfde manier bekeken zou worden als nieuwe oppervlakkige plannetjes. Wij dachten dat de nieuwe regiegroep ervoor ging zorgen dat het ging lukken. Toen bleek dat we slechts één van de mogelijkheden waren geworden, deed dat flink zeer. Ik heb me echt belazerd gevoeld. We hadden hier zo lang en diepgaand aan gewerkt en dan krijgen we evenveel tijd om te pitchen als iemand die een standbeeld van zichzelf wilde.”

Pitch
De enige mogelijkheid die de initiatiefnemers voor het Hart van Brabantpark krijgen om nog een rol in het nieuwe park te kunnen spelen, is door hun coöperatieve plan op te knippen en afzonderlijk hun plannen in te dienen. Bart Spijkers en Dion Heerkens zijn de enigen die een idee hebben dat ook gerealiseerd zou kunnen worden zonder deel uit te maken van een coöperatie en leveren begin 2016 hun ideeën voor de ‘Beach’ (Spijkers) en stadslandbouw, educatie en biodiversiteit (Heerkens) in.

De Tilburgers krijgen de eerste drie maanden van 2016 de tijd om met plannen te komen. Uiteindelijk blijft de teller stilstaan op 82. De kwaliteit van de plannen lopen zwaar uiteen. “Sommige waren hilarisch, zoals een stilteplek,” aldus Frank Vermeulen. In de maanden erna krijgen alle indieners van plannen om hun idee in een korte pitch toe te lichten. Iedereen wordt gelijk behandeld, zo moest ook de stadscamping, die al op het terrein zat, pitchen. En dus ook Bart Spijkers en Dion Heerkens. Spijkers mag verder met de ontwikkeling van zijn ‘sport en bewegen-concept’ en met het beachvolleybalterrein, Dion Heerkens wordt door het bestuur afgeserveerd. “Mij is nooit duidelijk geworden waarom. Ik vermoed dat ze gewoon geen stadstuinderijachtige omgeving in het park wilden hebben,” aldus Heerkens. “De enige motivatie voor de afwijzing die ik heb gehoord, was dat Anita de Haas zei dat ik niet wilde samenwerken. Sorry hoor, maar dat vind ik nog steeds een klap in mijn gezicht. Mijn hele manier van werken is al tientallen jaren niets anders dan samenwerken.” Wijkraadvoorzitter Jan Goossens: “We hebben gevierd dat Bart gekozen was. Voor hem was het heel belangrijk, omdat het zijn droom was om zijn fysiotherapiepraktijk te kunnen verbreden met sporten. Daarna hebben we de pijn gedeeld door een stevige borrel te pakken.”

Energie
De overname van de regie door Johan Dunnewijk, Anita de Haas en Noud Derks, leidt bij de gemeente al snel tot vrolijke gezichten. “We waren er wel blij mee ja,” zegt Fons Meijer. “Eindelijk zagen we dat er concreet dingen gebeurden. Ze brachten er met hun energie de vaart in en -cruciaal- ze organiseerden een transparant en open proces waar de hele stad aan kon meedoen. Ze deden wat ze moesten doen.” Tom ter Bekke, die ook in de tweede regiegroep er namens de gemeente bij zat: “De groep van Johan Dunnewijk pakte het van begin af aan heel projectmatig aan, waardoor er over zaken als financiën, ontwerp en proces snel besluitvorming kon plaatsvinden. Zij trokken echt de kar.” Door die doortastendheid en overtuigingskracht kregen ze de gemeente ook relatief makkelijk mee als het ging om de extra miljoenen die nodig waren om tot een goed park te komen, legt Ter Bekke uit. “Het is heel slim geweest om het in het coalitieprogramma vast te leggen en daarna de stad de kans te geven om met ideeën te komen en veel reuring in de media eromheen te creëren. Daardoor was het voor de gemeenteraad bijna onmogelijk geworden om er nee tegen te zeggen, ook al kostte het miljoenen meer dan oorspronkelijk gedacht,” aldus Ter Bekke. Tijdens het ontwikkelingstraject van het Spoorpark steeg het budget van twee naar acht miljoen euro.

Hoezo cocreatie?
Uit alle pitches worden er acht ideeën uitgekozen om ‘parkrijp’ te worden gemaakt. Bij de doorontwikkeling van die ideeën en het maken c.q. tegen het licht houden van de businessplannen worden Wiet van Meel en Matthieu De Sevaux door het bestuur van de Stichting Spoorpark ingehuurd als adviseur. Samen met Bart Spijkers, zijn er zo toch weer drie mensen van de eerste regiegroep betrokken bij de ontwikkeling van het park. In die fase fietst Wiet van Meel in het verlengde van het Beachplan van Spijkers de komst van de Kempentoren in de plannen van het Spoorpark. De Kempentoren is gefinancierd door een aantal ondernemers met risicodragende leningen van de provincie Noord-Brabant en de Rabobank, dankzij een lobby van Van Meel. Bart Spijkers: “Als gekozen initiatieven doorliepen we met diverse adviseurs -onder wie Wiet en Matthieu- een heel traject over hoe we zouden gaan samenwerken, hoe we het terrein gingen vormgeven en hoe we het financieel-economisch in elkaar gingen steken. Vervolgens is het hele verhaal bij de landschapsarchitect neergelegd. Ik herkende in hun verhaal niet wat wij met zijn allen aan voorwerk hebben gedaan. Uiteindelijk konden we kiezen uit twee opties en hebben we gezegd: doe die dan maar. Er is niet samen met de kwartiermakers een park gemaakt, maar er is een park ontwikkeld waarin kwartiermakers een plek hebben gekregen. Hoezo cocreatie?”

Oppervlakkig
Ook de manier waarop de stad is betrokken bij het plan -via de prijsvraag- kan bij de mensen van het eerste uur op weinig applaus rekenen. Matthieu De Sevaux, van oorsprong bioloog: “De oproep om ideeën in te sturen is erg oppervlakkig. Wij hebben met tientallen partijen, burgers en deskundigen een lang traject doorlopen om een park te ontwikkelen vanuit een verduurzamingsfilosofie, waarin alle partijen met elkaar zouden samenwerken en ook gezamenlijk verantwoordelijk waren voor de exploitatie.

2017 Plattegrond Spoorpark
2017 Plattegrond Spoorpark
Nu bestaat het park uit allemaal eilandjes. Neem de horeca. Die kwam via stromannen uiteindelijk in handen van de grootste horecaman van Tilburg, de Brabo Groep van Rien van Linschoten. Het is een degelijke horecagelegenheid, maar het is niet onderscheidend. Wat was het mooi geweest, denk ik, als er horeca had gezeten, gerund door een jonge ambitieuze ondernemer die producten van boeren uit de regio in zijn keuken zou gebruiken staan en die met gezonde voeding een link met sport en bewegen van Bart en met de stadstuinderij van Dion had gehad. Wiet en ik doorzagen deze stromannenaanpak, hebben het bestuur hiervoor gewaarschuwd, maar het is er toch van gekomen. Ik vind het nog steeds een gemiste kans. Het komt zelden of nooit voor dat je de kans krijgt om in het centrum van een stad een nieuw park te maken. Wat er nu ligt, is degelijk, maar het park had ook een voorbeeld en een inspiratiebron voor een duurzamere samenleving kunnen zijn. Het had echt iets bijzonders kunnen zijn.”

Goede sier maken
Met de komst van het nieuwe bestuur kwam ook een einde aan de goede communicatie met de wijkraden, vertelt Jan Goossens. “We hebben geprobeerd om de participatie vanuit de wijken vorm en inhoud te geven, maar dat was gewoon niet meer te doen. Alles wat er door de aangrenzende wijken gezegd, werd gezien als een oneigenlijk belang. Johan Dunnewijk zei: we zijn er voor de hele stad, niet voor de buurten.”

Kenmerkend voor het bestuur van het Spoorpark, zegt Spijkers, is hun top-down benadering. Met zijn drieën bepalen zij welke koers er gevaren wordt. Voor mij is die aansturing van bovenaf niet geëigend in het geval van een burgerinitiatief. Door de gemeente en het bestuur van het Spoorpark wordt al jaren goede sier gemaakt met de slogan dat de ontwikkeling van het Spoorpark het ‘grootste burgerinitiatief van Nederland’ is. Ik denk dat daarop nogal wat is af te dingen. En niet in de laatste plaats doordat in publicaties van het huidige bestuur de ontwikkeling van het park steevast begint met het uitschrijven van de prijsvraag in 2016. Elke link met de periode daarvoor proberen ze tegen te houden. Zo mocht ik een tijd terug een stukje schrijven over mijn betrokkenheid bij het park. Mijn verhaal begint in 2013, met een droom, maar die datum moest eruit van Anita de Haas en Johan Dunnewijk. Dat moest veranderd worden in dat ik ‘drie jaar eerder in een ander traject’ bij het park betrokken was geraakt. Volgens Johan is het volstrekt onbeduidend wat er voor 2016 is gebeurd. Dat is niet alleen niet waar, het is een schandalige ontkenning van het werk van vele mensen. Zonder ons initiatief was er geen Spoorpark geweest.” Tom ter Bekke: “Als de Stichting Hart van Brabant geen plan had gemaakt, had er niets over in het coalitieakkoord gestaan en is het inderdaad zeer de vraag of er een Spoorpark was gekomen.”

Verwachtingen
Volgens Huub Smulders is het een fout van de gemeente is geweest door de verwachting te wekken dat het Hart van Brabant-park een serieuze optie was, onder andere door de haalbaarheidsstudie te subsidiëren, en in een latere fase te verlangen dat het proces werd opengesteld voor nieuwe ideeën. “Het plan voor het Hart van Brabantpark had eerst naast de gemeentelijke beleidsprocedures en alles wat daarbij komt kijken moeten worden gelegd. En iemand had moeten zeggen: laten we elkaar nu niet meteen wijsmaken dat het zeker is dat dit plan mogelijk is, want er komen nog heel veel vragen. Bijvoorbeeld over de exploitatie, hoe je de veiligheid regelt, wat er nodig is om een horecafunctie op het terrein te creëren, enzovoort. Laten we daarom eerst een proces inrichten om al die vragen boven tafel te krijgen en te beantwoorden. Wellicht dat dan blijkt dat jullie plan ook werkelijk kan worden uitgevoerd. Dat proces was er niet.” Smulders is van mening dat de gemeente die rol had moeten pakken, “want wat hier is gebeurd is een schoolvoorbeeld van hoe communicatie door de politiek heel vervelend kan uitpakken voor burgers. Politici zeggen makkelijk: ‘wat een goed initiatief, natuurlijk ondersteunen we jullie plan’, maar tegelijkertijd hebben ze altijd een heleboel vragen voordat ze er uiteindelijk geld instoppen. Het is misgegaan op het punt van verwachtingsmanagement en transparante communicatie.”

Niet duidelijk geweest
Verantwoordelijk wethouder Berend de Vries: “Ik zat er niet strak in”

Wethouder Berend de Vries – D66 bij de presentatie van het collegeakkoord in 2014 Foto: John Geerts
Verantwoordelijk wethouder Berend de Vries is het daarmee eens. De Vries: “Als gemeente zijn we in de fase van de eerste regiegroep niet voldoende duidelijk geweest over wat precies de rollen van de gemeente en het burgerinitiatief moesten zijn. We wisten dat we het initiatief niet moesten overnemen, maar ernaast moesten gaan staan. Maar dat is te abstract geweest. Je moet bij een grote opgave als dit steeds precies benoemen wie waarvoor aan de lat staat. Dat is een les. Ik zat er niet strak in. Nadat Johan Dunnewijk de regie had overgenomen ging het verkennen van die rollen door en naarmate het plan voor het park groter werd en er meer geld voor gereserveerd werd, werden de rollen van de gemeente en de Stichting Spoorpark scherper. Bij een regulier project heb je een standaardprocedure en staan alle afspraken die je moet maken van tevoren vast. In het geval van de ontwikkeling van het Spoorpark hebben we de exploratieve fase met de eerste regiegroep nodig gehad om de tweede fase goed te doorlopen. Je zou kunnen zeggen dat het een uit de hand gelopen burgerinitiatief is geweest met een prachtig park als resultaat. Een park trouwens dat ondanks alles voor een groot deel overeenkomt met het plan voor het Hart van Brabant-park. De initiatiefnemers van het Hart van Brabant-park verdienen een prominente plek in de geschiedenis van het Spoorpark.”

Wiet van Meel looft, los van alle weeffoutjes en discussies, de inzet van Dunnewijk, de Haas en Derks. “Zonder de tomeloze energie en belangeloze inzet van deze drie mensen was er ook niets van de grond gekomen. Het zou de gemeente Tilburg sieren een goede procesevaluatie op dit project los te laten.”

 

Dit verhaal is gerealiseerd met steun van het Tilburgs Mediafonds.

Het bestuur van het Spoorpark weigerde mee te werken aan dit verhaal.

 

Print
PDF
eBook
TweetFacebookLinkedInPrint
Gerelateerde berichten:

Hart van Brabant Park of ‘Leisure Park’ op Van Gend & Loos-terrein
Heel misschien een woontorentje op het Van Beurden-terrein
Plan inrichting voormalig Van Gend en Loos-terrein eind 2014 naar college
Park Van Gend & Loosterrein wil meer geld van de gemeente
Tussenheid : Recept voor een vitale samenleving
Het nieuw kabinet wil proef starten met legale wietteelt
Spoorpark
Van Gend & Loosterrein: acht kwartiermakers aan de slag
Tags: Berend de Vries burgerinitiatief de stichting Hart van Brabant Park Dion Heerkens Hart van Brabant Park Leo Kock Midpoint Spoorpark Stichting Spoorpark Van Gend & Loosterrein VGL terrein Wiet van Meel
Continue Reading


Print
PDF
eBook
TweetFacebookLinkedInPrint
Gerelateerde berichten:

Hart van Brabant Park of ‘Leisure Park’ op Van Gend & Loos-terrein
Heel misschien een woontorentje op het Van Beurden-terrein
Plan inrichting voormalig Van Gend en Loos-terrein eind 2014 naar college
Park Van Gend & Loosterrein wil meer geld van de gemeente
Tussenheid : Recept voor een vitale samenleving
Het nieuw kabinet wil proef starten met legale wietteelt
Spoorpark
Van Gend & Loosterrein: acht kwartiermakers aan de slag